Het is al jaren een heet hangijzer: de betaaltermijnen die grote bedrijven hanteren naar hun leveranciers. In 2013 werd Europese wetgeving van kracht die voor Nederland een verslechtering bleek: de betaaltermijn werd opgerekt naar 60 dagen. Voor veel grote bedrijven bleek dat een soort vrijbrief om langer te wachten voor zij hun leveranciers betaalden. In Nederland trok de FNLI aan de bel om de supermarkten hun termijnen niet extreem te rekken.

Het signaal werd opgepikt door de politiek. Begin vorig jaar kondigde staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) aan dat zij de gemiddelde betaaltermijn van grote bedrijven aan hun mkb-leveranciers zou gaan evalueren. Zou die oplopen, dan zou er wetgeving komen om dat tegen te gaan. De betaaltermijnen blijken inderdaad op te lopen: van gemiddeld 41 dagen in het eerste kwartaal van 2019 tot 41,4 dagen in het tweede kwartaal.

Keijzer: "Veel zzp’ers en mkb’ers komen in de knel als ze lang op hun geld moeten wachten. Dat kan al problemen opleveren als het goed gaat met de economie, laat staan in de moeilijke economische periode die nu door het coronavirus is ontstaan."

Samen met minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) zal Keijzer voorstellen de betaaltermijn van een grootbedrijf aan het mkb te halveren. Van 60 dagen weer terug naar 30 dus.
Rijksoverheid - Wetsvoorstel: Betaaltermijn van grootbedrijf aan mkb van 60 naar 30 dagen
  • Deel
Druk af