Het ziet er dramatisch uit. In de Harz, centraal gelegen in Duitsland, staan bossen vol met alleen nog maar dode, kale stammen. In slechts een paar jaar zijn deze tientallen jaren oude bossen door de klimaatverandering en een niet te bestrijden kevertje tot een boomkerkhof verworden. En toch zit er een lichtpuntje in dit desolate landschap.
“Nergens anders in Centraal-Europa kun je de klimaatcrisis zo ervaren als hier in het Harzgebergte,” zegt Roland Pietsch, hoofd van het Harz Nationalpark, in Deutsche Welle. Meer dan 90% van de sparren in de Harz is dood of stervende.

Monocultuur
De snelle achteruitgang van de bossen houdt verband met de monoculturen die na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland werden aangelegd. Na de Duitse nederlaag legden de geallieerden herstelbetalingen op, deels in de vorm van hout. Om aan de vraag te voldoen, werd ongeveer 10% van de bestaande bossen gekapt. Duitse bosbouwers plantten vervolgens grote hoeveelheden sparren, omdat deze snel groeien en ideaal zijn voor de houtproductie. Nog altijd draagt de houtproductie 1 tot 2% bij aan het Duitse bruto binnenlands product. Deze aanplant leidde tot uitgestrekte monoculturen van sparren, die kwetsbaar zijn voor klimaatschokken zoals droogte en stormen.

De droogtes van de afgelopen jaren hebben vooral deze sparren hard getroffen, omdat ze vaak op lagergelegen en drogere locaties zijn geplant, waar ze van nature niet voorkomen. Hun ondiepe wortelstelsels reiken niet tot diepere waterreserves, waardoor ze kwetsbaar zijn voor uitdroging. Verzwakte bomen kunnen zich bovendien niet verdedigen tegen de letterzetter, een klein insect dat zo groot is als een rijstkorrel. Deze kever leeft onder de schors van de bomen en plant zich daar voort. Een enkel keverpaar kan wel 100.000 nakomelingen per jaar voortbrengen. Dit leidde tot een explosieve toename van de keverpopulatie, die de bomen snel laat afsterven door hun water- en voedingsbanen te verstoren.

Kaalslag resulteert in biodiversiteit
Hoewel de kaalslag in eerste instantie op een ramp lijkt, biedt het ook kansen voor biodiversiteit. Door de monoculturen, die weinig ruimte bieden aan andere plant- en diersoorten, aan hun lot over te laten, ontstaat er ruimte voor een natuurlijker ecosysteem. Dat wordt nu zichtbaar in het Harz Nationalpark, dat ervoor koos de natuur zijn gang te laten gaan. “Toen ik hier 2,5 jaar geleden kwam, zag alles er nog dood uit. Het duurt twee of drie jaar, maar dan komt het bos weer tot leven. Het oorspronkelijke bos keert terug,” aldus Pietsch.

De eerste pioniersoorten, zoals berken en wilgen, schieten al op. Deze soorten verspreiden zich snel via de wind en vogels. Op de langere termijn zullen inheemse bomen zoals beuken en eiken worden hergeïntroduceerd. Gemengde bossen trekken meer soorten planten en dieren aan en vormen een veerkrachtiger ecosysteem. Daarnaast wordt er gekeken naar boomsoorten met diepere wortels en een grotere droogtebestendigheid, zoals de Noord-Amerikaanse douglasspar, de Turkse spar of de Oosterse beuk, om bestand te zijn tegen verdere klimaatverandering.

Zelfs de dode sparren spelen een rol in de vergroting van de biodiversiteit. Ze vormen een habitat voor insecten, bieden schaduw en houden vocht vast. Schimmels helpen bij het afbreken van het hout, waardoor voedingsstoffen aan de bodem worden toegevoegd. “Als je ziet hoeveel kracht en leven er in zit, is het prachtig,” zei Pietsch.

Minder monoculturen en meer diversiteit in de bossen is een doelstelling die sterk wordt aanbevolen door de pan-Europese overheidsinstantie Forest Europe, ook voor landen zoals Frankrijk, Tsjechië en België. In de Green Deal heeft Europa afgesproken om vóór 2030 3 miljard bomen te planten. Dat is technisch gezien, geen sinecure. Zoals we in 2023 al meldden: er zijn in Europa en wereldwijd veel te weinig zaailingen beschikbaar om biodiverse en klimaatbestendige bossen aan te planten op de gewenste schaal.