Laat je kind niet meer uit plastic drinkbekers drinken. Dat raadt Stichting Tegengif aan na onderzoek van 39 drinkflessen voor kinderen. Meer dan de helft lekte weekmaker DIBP. De waarden bleven wel onder de Europese limiet, maar de stichting waarschuwt voor het opteleffect door andere blootstelling in bijvoorbeeld kinderspeelgoed. Ook waren er tal van stoffen die ze niet konden identificeren. Dan maar wel lego en geen plastic drinkfles meer?
We weten dus niet welke stoffen dit zijn en wat ze doen. Eigenlijk zijn plastics een black box; je weet niet precies wat erin zit
Dat plastics chemicaliën bevatten is niet nieuw. Die chemicaliën (zoals weekmakers) kunnen lekken in het drinken dat in de fles zit, blijkt uit onderzoek van McGill University in opdracht van Stichting Tegengif.

Onderzoekers analyseerden 195 (5 flessen van 39 soorten) herbruikbare plastic kinderdrinkflessen uit Nederland, Denemarken, Spanje, Tsjechië en Litouwen om te bepalen welke chemicaliën in de vloeistof terechtkomen. Ze onderzochten dus niet de plastic flessen zelf, maar de vloeistof in de flessen. Het ging om flessen gemaakt van PET, PP, PE, PC en PS en nog 11 andere ongedefinieerde polyesters.

Bij meer dan de helft van de flessen bleek de schadelijke weekmaker Di-isobutylftalaat (DIBP) vrij te komen ná het vaatwassen. Kinderen kunnen deze stof binnen krijgen als ze gebruikmaken van de fles. DIBP is reprotoxisch (schadelijk voor de voortplanting en de ontwikkeling van de ongeboren vrucht) en hormoonverstorend.

Vaatwasser
Wie de plastic flessen nog niet wil vervangen, doet er goed aan ze met de hand te wassen. DIBP bleek vooral ná 20 beurten in de vaatwasser vrij te komen. Voor het vaatwassen lekte deze chemische stof maar uit 1 fles. De concentratie DIBP nam toe naarmate de vloeistof langer in de fles zat. Vervang het water dus regelmatig, adviseert de stichting. Ook adviseren ze de flessen niet voor melk te gebruiken. Melk bevat vet. De stichting noemt het aannemelijk dat in vloeistoffen met vet meer schadelijke stoffen terechtkomen dan in water omdat ze gemakkelijker oplossen in vet.

Hoewel het gebruik van DIBP in de EU aan banden is gelegd, mag het tot een bepaalde limiet vrijkomen. Bedrijven houden zich aan de wettelijke normen: de hoeveelheid DIBP die in de vloeistof werd aangetroffen zat onder de Europese limiet. De aanwezigheid baart Stichting Tegengif wel zorgen: kinderen komen ook in aanraking met weekmakers via bijvoorbeeld plastic speelgoed, kleding en vloerbedekking. Die alomvertegenwoordigheid verhoogt het gezondheidsrisico, benadrukt Annelies den Boer, directeur van Stichting Tegengif. De stichting roept de EU op om de wetgeving aan te scherpen, zodat DIBP helemaal niet meer toegepast mag worden.

Een andere uitkomst van het onderzoek was dat de onderzoekers slechts een fractie van de honderden chemische stoffen in de vloeistof konden identificeren. Van 300 andere gesignaleerde stoffen weten de onderzoekers helemaal niet wat ze zijn. “We weten dus niet welke stoffen dit zijn en wat ze doen. Eigenlijk zijn plastics daarmee een black box; je weet niet precies wat erin zit”, aldus den Boer.

Liever roestvrij staal of glas
Tegengif adviseert ouders om terughoudend te zijn met plastic, zeker als het in aanraking komt met voedsel. “Vooropgesteld: herbruikbare plastic drinkflessen zijn beter dan wegwerpflessen, maar als je fles toe is aan vervanging kies dan liever voor roestvrij staal of glas. Blijf je je plastic flessen voorlopig gebruiken? Ververs het water in de fles dan regelmatig en was je fles op de hand, niet in de vaatwasser. Zo krijgt je kind minder schadelijke stoffen binnen.”

Het is niet duidelijk welke flessen Stichting Tegengif precies heeft getest. Die duidelijkheid komt misschien wel na de uitzending van Radar van maandag 27 mei waarin de stichting het onderzoek presenteert.