De afgelopen 6 tot 8 jaar is de wetenschap over voedingsstrategieën voor, na en tijdens de koers flink verbeterd1. Profwielrenners weten daardoor precies wat ze moeten eten om hun energievoorraad altijd op peil te hebben. Ze maken gebruik van heel veel gelletjes, repen en sportdranken die boordevol suikers zitten. Suikers zijn koolhydraten, dat zijn suikermoleculen in verschillende verschijningsvormen, zoals glucose, fructose (samen kristalsuiker), maar ook galactose, lactose (melksuiker) en zetmeel. Zelf ging ik het afgelopen jaar fanatieker fietsen en start regelmatig bij nationale wedstrijden. Als voedingswetenschapper wilde ik weten wat de eventuele negatieve gezondheidseffecten van zo’n hoge suikerinname zijn voor ons lichaam. Ook vroeg ik me af in hoeverre zulke prijzige sportvoeding noodzakelijk is voor de recreatieve zondagsfietsers. Daarom ging ik op ontdekkingstocht door de literatuur, sprak ik met verschillende specialisten en natuurlijk een profwielrenster.

Sportvoeding
Martijn Redegeld is Performance Nutritionist bij wielerploeg Team Visma | Lease a Bike, en heeft in 7 jaar praktische kennis over voeding in de sportwereld ontwikkeld. In gelletjes, repen en suikerrijke sportdranken zit vooral de combinatie van de suikers glucose en fructose. Glucose en fructose zijn monosachariden die bestaan uit een suikermolecuul met 6 koolstofatomen. Ze verschillen in structuurformule en in zoetheid. Glucose is een 6-ring en fructose een 5-ring, fructose is 2 keer zo zoet als glucose. Voor glucose gebruiken sportvoedingsbedrijven vaak maltodextrine, een lange keten van glucosemoleculen. “Maltodextrine is tevens snel opneembaar en ook bijna smaakloos”, legt Redegeld uit. Omdat maltodextrine nauwelijks zoet is van smaak, is het in grote hoeveelheden makkelijker te consumeren dan andere suikers. Je hebt namelijk niet door dat je enorm veel suiker binnenkrijgt. Maar wat is de reden om glucose en fructose te combineren?

'Maltodextrine en fructose', Alisha Teerink voor FL Media


Het menselijk lichaam kan niet meer dan 60 gram glucose per uur opnemen
Limiterende factor bij suikeropname
Het menselijk lichaam kan niet meer dan 60 gram glucose per uur opnemen via de darmwand2. De glucosetransporter, die verantwoordelijk is voor het transport van glucose van de dunne darm naar de darmcel, raakt namelijk verzadigd3. Dit terwijl profwielrenners juist meer nodig hebben dan 60 gram per uur4. Vandaar dat in koolhydraatrijke sportvoeding fructose wordt verwerkt. De opname van fructose gaat namelijk via een andere transporter. Door de twee suikers te combineren kun je in theorie dus meer suikers opnemen en gebruiken voor energie. Daarbij geldt wel: hoe hoger de totale suikerinname, hoe hoger de hoeveelheid fructose moet zijn. Vanwege de gelimiteerde opnamecapaciteit blijft de hoeveelheid glucose gelijk boven een suikerinname van 60 gram per uur, maar kan fructose worden toegevoegd om de koolhydraataanvoer te verhogen. Wil je bijvoorbeeld 90 gram koolhydraten per uur innemen, zorg dan voor 60 gram glucose en 30 gram fructose.

Glycogeenvoorraden
Naast dat je alle suikers kunt gebruiken voor energie, kun je glucose ook opslaan als glycogeen in je spieren of lever, in de zogenoemde glycogeenvoorraden. Deze voorraden kunnen zo ongeveer 400-500 gram glycogeen bevatten. Bij een grote inspanning, waar je snel energie nodig hebt, haalt je lichaam energie uit deze voorraden5. Het opgeslagen glycogeen verandert dan weer in glucose. Uit 1 gram glycogeen uit glycogeenvoorraden genereer je zelfs meer energie dan uit 1 gram glucose vanuit je voeding. Het is dus van belang om je glycogeenvoorraden op peil te houden. Echter, wanneer de glycogeenvoorraden vol zitten, wordt overtollig glucose opgeslagen als vetweefsel. En dat willen de meeste wielrenners juist niet.

'Fuel for the work required'-principle is een belangrijke maatstaf voor de hoeveelheid suiker die je moet innemen
Advies voor suikerinname
De aanwezige glycogeenvoorraden alleen zijn vaak bij profwielrenners en de fanatieke amateurwielrenners niet genoeg voor een langdurige fietstraining, laat staan voor een wedstrijd. De hoeveelheid suiker die verstandig is om in te nemen, is afhankelijk van de trainingsduur. Redegeld zegt dat het ‘fuel for the work required-principle’ een belangrijke maatstaf is voor de hoeveelheid suiker die je moet innemen. Wanneer de inspanningsduur minder dan 30 minuten is, hoef je niets te eten en kun je genoeg energie uit je glycogeenvoorraden halen. Tussen de 30 minuten en 1 uur is het aanbevolen om je mond te spoelen met een suikerrijke sportdrank. Bij een trainingsduur van 1 tot 2 uur is een suikerinname van 30 gram per uur aanbevolen. Bij een training van 2 tot 3 uur een suikerinname van 60 gram per uur en boven de 3 uur is het aanbevolen om 90 gram suiker per uur in te nemen, met de voorkeur voor een glucose-fructose mix. Asker Jeukendrup heeft een overzichtelijk aanbevelingsschema gemaakt6.

Voedingstraining
Maar voordat je zulke hoge suikerinnames aankan, is 'voedingstraining' nodig. Redegeld zegt: “Neem niet zomaar 90 gram koolhydraten, maar bouw de hoeveelheid suikerinname op”. Uit de literatuur blijkt namelijk dat voedingstraining essentieel is bij een suikerinname van 90 gram per uur of hoger om darmklachten te voorkomen2. Darmklachten komen voor bij overschrijding van de opnamecapaciteit in de dunne darm. “De overtollige snelle suikers komen dan in de dikke darm terecht waar bacteriën de suikers fermenteren, hierdoor ontstaat bijvoorbeeld de onaangename gasvorming”, aldus Carmen Horjus, een gastro-enteroloog ofwel maagdarmleverarts. De opnamecapaciteit van de dunne darm kan een wielrenner trainen door tijdens fietstrainingen een steeds hogere suikerinname te hebben.

Door te weinig koolhydraten te eten, fiets je met minder intensiteit en verbrand je uiteindelijk minder
Trainingservaring
Loes Adegeest, een profwielrenster bij de Franse wielerploeg FDJ-Suez, maakte in de praktijk mee wat dat trainen van je suikerinname betekent. “Het verschilt per persoon hoeveel suiker je kunt innemen”, aldus Adegeest. Ze vertelde mij dat ze zelf ongeveer 100 gram koolhydraten per uur kan innemen, maar haar ploeggenoten komen daar niet altijd aan. “Sommige redden net de 60 gram koolhydraten per uur en dat is een beperking, omdat je voorraad dan eerder op is”. Adegeest denkt dat het ligt aan het feit dat haar ploeggenoten bang zijn om aan te komen. Zij is echter van mening dat aankomen niet aan de suikerinname op de fiets ligt, maar aan bijvoorbeeld die ene portie friet na een wedstrijd. “Het is een vicieuze cirkel”, zegt ze. “Door te weinig koolhydraten te eten, fiets je met minder intensiteit en verbrand je uiteindelijk minder”.

Tandgezondheid
Bij een hoge suikerinname is niet alleen darmgezondheid, maar ook tandgezondheid belangrijk. Het nemen van zoveel suikers heeft namelijk een negatief effect op je tanden. Bacteriën in je mond zetten suiker om in zuur en dat zuur tast je tanden aan wat kan leiden tot gaatjes. Tandarts Marije Kaan vertelt: “Wij tandartsen letten vooral op de frequentie waarop mensen eten en adviseren maximaal 7 eet- of drinkmomenten op een dag, met uitzondering van water, om gaatjes te voorkomen.” Fietsers hebben veel meer dan de aanbevolen 7 eet- of drinkmomenten per dag. Kaan raadt fietsers daarom aan om te spoelen met water als ze iets suikerrijks eten of drinken. “Door na het eten van een gel of reep je mond te spoelen met water verhoog je de pH in je mond, waardoor je de zuuraanval minder groot maakt”, aldus Kaan. Een andere tip is om, als je regelmatig vaker dan 7 eetmomenten op een dag hebt, je tanden elke dag drie keer per dag te poetsen met fluoridehoudende tandpasta, zodat ze beter bestand zijn tegen het ontstaan van gaatjes. Daarnaast is regelmatig tandartsbezoek belangrijk om gaatjes in een vroeg stadium op te kunnen sporen en te behandelen. En neem vooral gelletjes of repen die niet blijven plakken aan de tanden. “Het belangrijkste is dat de suiker zo snel mogelijk uit je mond weg is”.

Wielrenners verbranden zoveel energie dat het ongezonder zou zijn om niet te streven naar hoge suikerinnames
En nu?
“Wielrenners verbranden zoveel energie dat het ongezonder zou zijn om niet te streven naar hoge suikerinnames”, zegt Redegeld. Die sportgelletjes en -repen met een hoog suikergehalte kunnen we dus wel gebruiken tijdens langere fietstrainingen, maar wees ervan bewust wanneer en waarvoor je deze sportvoeding gebruikt. Als je fanatieker wilt gaan fietsen, kun je tijdens trainingen van meer dan 3 uur sportgelletjes juist gebruiken om de opnamecapaciteit van je dunne darm te trainen. Poets dan wel een extra keer je tanden met fluoridetandpasta.

Ik gebruik nu de sportgelletjes alleen voor wedstrijd-specifieke trainingen of tijdens wedstrijden zelf. Verder doe ik maltodextrine met, als de training of wedstrijd lang genoeg is, eventueel fructose in mijn bidon. Wat ik inmiddels ook veranderde: ik spoel nu altijd na met een slok water uit mijn andere bidon als ik een slokje heb gedronken van mijn maltodextrine-fructose suikerwater. Maar toch blijf ik af en toe een goedkope witte boterham met jam meenemen tijdens een training. Of een klassieker: een koffiestop met appelgebak blijft een goed idee.

Zondagsfietsers
En hoe zit dit dan voor een recreatieve fietser die gezellig op zondag een rondje op zijn racefiets maakt? Redegeld adviseert amateurwielrenners om het simpel te houden. “Zorg voor een koolhydraatrijk ontbijt, eet structureel ieder half uur op de fiets en neem na afloop een maaltijd met een degelijke hoeveelheid koolhydraten”. Sportgelletjes of -repen zijn volgens hem niet altijd nodig. Een banaan of een Snelle Jelle is vaak ook al goed genoeg. Denk er wel aan dat een Snelle Jelle goed aan je tanden blijft plakken en een te rijpe banaan snel geplet is in de achterzak van je fietsshirt.


Referenties
  1. 'Snel, sneller, snelst: Pogacar verpulvert alle records deze Tour (en niet alleen hij…)', NOS, 15 juli 2024

  2. Jeukendrup, A. (2014). A Step Towards Personalized Sports Nutrition: Carbohydrate Intake During Exercise. Sports Medicine, 44(1), 25–33. https://doi.org/10.1007/s40279-014-0148-z

  3. Ke, Z., Lu, Z., Li, Q., & Tong, W. (2024). Intestinal glucose excretion: A potential mechanism for glycemic control. Metabolism, 152, 155743. https://doi.org/10.1016/J.METABOL.2023.155743

  4. 'Wat eet een renner precies in de Tour de France? Een keukenweegschaaltje is het belangrijkste – op de fiets na', NRC, 14 juli 2024

  5. 'Glucose', Voedingscentrum

  6. 'Recommendations for carb intake during exercise', Asker Jeukendrup op MySportScience.com
Dit artikel afdrukken