Gisteravond sprak ik een column uit in De Balie als achtergrond en dessert bij het debat De prijs van bestrijdingsmiddelen - bij wie ligt de verantwoordelijkheid? Het debat vond plaats tegen de achtergrond van het besluit van de Europese Commissie om de toepassing van glyfosaat weer voor 10 jaar toe te laten en de onder meer via Zembla luid klinkende waarschuwingen van activistische onderzoekers als Bas Bloem en Violette Geissen tegen de toelating en de beoordeling van de veiligheid van pesticiden in het algemeen.
Tussen 2018 en 2020 organiseerde Foodlog een aantal congressen rond de vraag Landbouw zonder chemie - hoe dan? De aanleiding was een artikel van Jelmer Mommers op de Correspondent. Mommers suggereerde dat we best zonder kunnen en dat de grutto verdwijnt vanwege het gebruik van chemische middelen in de landbouw. Net als Thomas Oudman in zijn populaire boek 'Uit de shit' schetste hij het beeld van een bodemgezonde landbouw zonder kunstmest en gifstoffen alsof die morgen haalbaar zou zijn. De grote bedrijven die dat feest van vroeger tegen zouden houden, waren de landbouwchemietakken van Bayer en Syngenta.
Grutto, gif en ghetto
Maar het klopt niet helemaal. De grutto verdwijnt niet vanwege 'het gif' maar vooral vanwege geïsoleerde perceeltjes waar de vogels zich moeten zien te redden. Ze zitten als het ware netjes geclusterd in een ghetto en vliegen daarom de predatoren als gebraden duiven in de bek, zo leerde me vogelkenner Ben Koks. De grutto vraagt om niet alleen ruime beschermde gebieden maar tevens een ander maaibeleid om de vogel geen sitting duck te laten wezen voor rovers zoals vossen. Natuurlijk heeft de vogel ook de insecten nodig die samenhangen met de mest en samenstelling van de flora in de weide. Maar het gif? Dat is niet de primaire zorg. Wel framen critici het graag zo omdat het lekker logisch klinkt in de strijd tegen gif, die natuurlijk terecht is want we hebben allemaal Rachel Carson's Silent Spring gelezen.
Duivel
Bayer kocht Monsanto. Daarom is het Duitse bedrijf de duivel in hoogsteigen persoon geworden. Monsanto ontwikkelde immers zaden voor de grote gewassen als soja, mais en tarwe die geen enkele last hebben van het gebruik van glyfosaat. Roundup-ready heet dat. Het bedrijf verkoopt echter net zo graag biologische middelen als die markt maar groot genoeg zou zijn.
Het verbaast je misschien, maar ook biologisch spuit. Dat laat de affaire van de appelbloesemkever in Nederland zien. Het middel Raptol (van chemieconcern Neudorff) mag in Nederland niet gebruikt worden omdat niemand er een toelating voor aanvroeg en het Ctgb het daarom moest verbieden na talloze keren ontheffingen te hebben verleend; in Duitsland en België mag er gewoon mee gespoten worden op je biologische appel. Wij vinden het een risicomiddel (en misschien is het dat ook wel).
Tegenlobby
Later kwam ik Femi Oke nog eens tegen bij een IUPAC-bijeenkomst georganiseerd door de Vlaamse rabiaat pro-pesticiden pleitende professor Pieter Spanoghe (Ugent). IUPAC is een club van toegepaste chemici die wereldwijd de norm zetten voor de betekenis van begrippen zoals de industrie die gebruikt; de industrie zelf, waaronder de makers van gewasbeschermingsmiddelen, zijn er kind aan huis. Tijdens die bijeenkomst had nota bene een jurist van Bayer een prominente rol. Je zou er die scherpe Femi door gaan wantrouwen. Maar ook al wordt het in ieders plasje gevonden, er is echt geen bewijs voor de schadelijkheid van glyfosaat. Het middel heeft zelfs grote voordelen boven biologische landbouw, zeggen de voorstanders met argumenten die niet zomaar zijn weg te poetsen. Elk fordeel hep s'n nadeel, wist de grote wijsgeer Johan Cruyff al. Volkskrant wetenschapjournalist Maarten Keulemans dook onlangs ook maar eens in het duivelse stofje en ontdekte dat het er zelfs op lijkt dat de tegenlobby een grote metastudie die overtuigend laat zien dat we - by current knowledge - niet bang hoeven te zijn voor glyfosaat heeft laten wegpoetsen door de kankerorganisatie IARC van de WHO. Reuters had dat al eens eerder opgemerkt.
Waar staan we nu?
Groene middelen
Eerst nog even een laatste schets van de context. In 2020 nam Syngenta het Italiaanse groene middelen bedrijf Valagro over. Het is klein en maakte toen een omzet van nog geen €200 miljoen, maar het is een van de meest systematisch werkende ontwikkelaars van groene bestrijdingsmiddelen ter wereld. Het is een van die veelbelovende spelers om de natte dromen waar onbesuisde journalisten van denken dat ze al werkelijkheid zijn, kunnen helpen realiseren op de manier waarop het wel anders kan.
Zinloze en dure mediastrijd
En daar begint het vervolg van de eindeloze, soapachtige en voor Bayer miljarden verslindende mediastrijd over 'landbouwgif'. Daar wil iedere boer vanaf, al was het alleen maar omdat de publieke opinie tegen is en er betere en andere mogelijkheden kunnen worden ontwikkeld voor de intensivering van natuurlijke processen om hoge landbouwopbrengsten te realiseren. Vanuit Nederland heeft Koppert Biological inmiddels beet in Brazilië, het land van de glyfosaat-toepassing in hoge doseringen, met zogeheten bio-stimulanten. Dat is bepaald niet niks, want daar kopen akkerbouwondernemingen die leven-brengende in plaats van -dodende middelen omdat ze hun rendementen zien stijgen. Ze kopen het daar niet om biologisch te doen, maar omdat die nieuwe middelen werken als je ze met een nieuwe houding ten aanzien van landbouw toepast. Dood niet wat je niet wilt, maar richt het systeem zo in dat je niet hoeft te doden en natuurlijke processen op een kunstmatige manier voor je laat werken.
Wat is nou eigenlijk het probleem waar we het vanavond over hebben? We zijn in een eindeloze strijd verwikkeld over de mogelijke giftigheid en kankerverwekkendheid van de middelen die sinds het begin van de twintigste eeuw de landbouwproductie tot zo'n grote hoogte hebben gepushed dat we van 1,6 miljard mensen in 1900 tot 8 miljard in november 2022 konden groeien. Om die reden kun je die middelen niet zomaar afschaffen, want we moeten nog een heleboel leren en omleren om te werken zoals het beginnetje van Koppert in Brazilië. Wat nodig is, is een experimenteel toelatingsbeleid voor middelen zoals bedrijven als Koppert en Valagro die ontwikkelen. De toelating gaat te traag omdat onze wetgever en daarom onze toelatingsautoriteiten geen nieuwerwetse biologische principes voor het vermijden van plagen toelaten. Wat daar vooral voor nodig is, is experimenteerruimte die de wetgever moet willen toestaan. Dat wil zelfs GroenLinks niet, zoals ik ervoer tijdens het laatste congres over Landbouw zonder chemie - hoe dan? Het antwoord op die vraag luidt: door binnen beheersbare grenzen te experimenteren, observeren, leren, bijsturen en weer door met diezelfde learning loop. Faseer zo groene middelen in. Het gebeurt niet omdat de politiek het moeilijk vindt te definiëren wat veilig is en vreest dat 'big chem' er met de buit vandoor gaat. Waar zijn toch de activisten die durven te pleiten voor een biologisch regime van toelatingen?
Dit artikel afdrukken
Grutto, gif en ghetto
Maar het klopt niet helemaal. De grutto verdwijnt niet vanwege 'het gif' maar vooral vanwege geïsoleerde perceeltjes waar de vogels zich moeten zien te redden. Ze zitten als het ware netjes geclusterd in een ghetto en vliegen daarom de predatoren als gebraden duiven in de bek, zo leerde me vogelkenner Ben Koks. De grutto vraagt om niet alleen ruime beschermde gebieden maar tevens een ander maaibeleid om de vogel geen sitting duck te laten wezen voor rovers zoals vossen. Natuurlijk heeft de vogel ook de insecten nodig die samenhangen met de mest en samenstelling van de flora in de weide. Maar het gif? Dat is niet de primaire zorg. Wel framen critici het graag zo omdat het lekker logisch klinkt in de strijd tegen gif, die natuurlijk terecht is want we hebben allemaal Rachel Carson's Silent Spring gelezen.
Duivel
Bayer kocht Monsanto. Daarom is het Duitse bedrijf de duivel in hoogsteigen persoon geworden. Monsanto ontwikkelde immers zaden voor de grote gewassen als soja, mais en tarwe die geen enkele last hebben van het gebruik van glyfosaat. Roundup-ready heet dat. Het bedrijf verkoopt echter net zo graag biologische middelen als die markt maar groot genoeg zou zijn.
Het verbaast je misschien, maar ook biologisch spuit. Dat laat de affaire van de appelbloesemkever in Nederland zien. Het middel Raptol (van chemieconcern Neudorff) mag in Nederland niet gebruikt worden omdat niemand er een toelating voor aanvroeg en het Ctgb het daarom moest verbieden na talloze keren ontheffingen te hebben verleend; in Duitsland en België mag er gewoon mee gespoten worden op je biologische appel. Wij vinden het een risicomiddel (en misschien is het dat ook wel).
We zijn in een eindeloze strijd verwikkeld over de mogelijke giftigheid en kankerverwekkendheid van de middelen die sinds het begin van de twintigste eeuw de landbouwproductie tot zo'n grote hoogte hebben gepushed dat we van 1,6 miljard mensen in 1900 tot 8 miljard in november 2022 konden groeienNog iets om de sfeer te schetsen. Syngenta kwam een aantal jaren in Brussel bijeen om voor de pers zijn excuses te maken: de pesticidendruk moet echt terug en daar hadden we al veel eerder aan moeten beginnen. Ik wilde het meemaken en ging erheen om de sfeer te kunnen voelen en zag daar de flamboyante Femi Oke van Al Jazeera de dames en heren van het bedrijf grillen. Ingehuurd weliswaar, maar ze hoefde niet voorzichtig te zijn. Hun 'sorry en we gaan het nu anders doen', kon mij overtuigen. Het bedrijf bekende zich tot een nieuw verdienmodel: niet meer zo veel mogelijk middelen verkopen, maar zo goed mogelijk in het kader van wat in vakjargon heet 'Integrated Pest Management'. Dat betekent een verdienmodel ontwikkelen op basis van advies om zo weinig mogelijk middelen te hoeven inzetten door slim om te gaan met bodem, insecten, water en gewassen.
Tegenlobby
Later kwam ik Femi Oke nog eens tegen bij een IUPAC-bijeenkomst georganiseerd door de Vlaamse rabiaat pro-pesticiden pleitende professor Pieter Spanoghe (Ugent). IUPAC is een club van toegepaste chemici die wereldwijd de norm zetten voor de betekenis van begrippen zoals de industrie die gebruikt; de industrie zelf, waaronder de makers van gewasbeschermingsmiddelen, zijn er kind aan huis. Tijdens die bijeenkomst had nota bene een jurist van Bayer een prominente rol. Je zou er die scherpe Femi door gaan wantrouwen. Maar ook al wordt het in ieders plasje gevonden, er is echt geen bewijs voor de schadelijkheid van glyfosaat. Het middel heeft zelfs grote voordelen boven biologische landbouw, zeggen de voorstanders met argumenten die niet zomaar zijn weg te poetsen. Elk fordeel hep s'n nadeel, wist de grote wijsgeer Johan Cruyff al. Volkskrant wetenschapjournalist Maarten Keulemans dook onlangs ook maar eens in het duivelse stofje en ontdekte dat het er zelfs op lijkt dat de tegenlobby een grote metastudie die overtuigend laat zien dat we - by current knowledge - niet bang hoeven te zijn voor glyfosaat heeft laten wegpoetsen door de kankerorganisatie IARC van de WHO. Reuters had dat al eens eerder opgemerkt.
Waar staan we nu?
Groene middelen
Eerst nog even een laatste schets van de context. In 2020 nam Syngenta het Italiaanse groene middelen bedrijf Valagro over. Het is klein en maakte toen een omzet van nog geen €200 miljoen, maar het is een van de meest systematisch werkende ontwikkelaars van groene bestrijdingsmiddelen ter wereld. Het is een van die veelbelovende spelers om de natte dromen waar onbesuisde journalisten van denken dat ze al werkelijkheid zijn, kunnen helpen realiseren op de manier waarop het wel anders kan.
Zinloze en dure mediastrijd
En daar begint het vervolg van de eindeloze, soapachtige en voor Bayer miljarden verslindende mediastrijd over 'landbouwgif'. Daar wil iedere boer vanaf, al was het alleen maar omdat de publieke opinie tegen is en er betere en andere mogelijkheden kunnen worden ontwikkeld voor de intensivering van natuurlijke processen om hoge landbouwopbrengsten te realiseren. Vanuit Nederland heeft Koppert Biological inmiddels beet in Brazilië, het land van de glyfosaat-toepassing in hoge doseringen, met zogeheten bio-stimulanten. Dat is bepaald niet niks, want daar kopen akkerbouwondernemingen die leven-brengende in plaats van -dodende middelen omdat ze hun rendementen zien stijgen. Ze kopen het daar niet om biologisch te doen, maar omdat die nieuwe middelen werken als je ze met een nieuwe houding ten aanzien van landbouw toepast. Dood niet wat je niet wilt, maar richt het systeem zo in dat je niet hoeft te doden en natuurlijke processen op een kunstmatige manier voor je laat werken.
De toelating gaat te traag omdat onze wetgever en daarom onze toelatingsautoriteiten geen nieuwerwetse biologische principes voor het vermijden van plagen toelatenInfaseren
Wat is nou eigenlijk het probleem waar we het vanavond over hebben? We zijn in een eindeloze strijd verwikkeld over de mogelijke giftigheid en kankerverwekkendheid van de middelen die sinds het begin van de twintigste eeuw de landbouwproductie tot zo'n grote hoogte hebben gepushed dat we van 1,6 miljard mensen in 1900 tot 8 miljard in november 2022 konden groeien. Om die reden kun je die middelen niet zomaar afschaffen, want we moeten nog een heleboel leren en omleren om te werken zoals het beginnetje van Koppert in Brazilië. Wat nodig is, is een experimenteel toelatingsbeleid voor middelen zoals bedrijven als Koppert en Valagro die ontwikkelen. De toelating gaat te traag omdat onze wetgever en daarom onze toelatingsautoriteiten geen nieuwerwetse biologische principes voor het vermijden van plagen toelaten. Wat daar vooral voor nodig is, is experimenteerruimte die de wetgever moet willen toestaan. Dat wil zelfs GroenLinks niet, zoals ik ervoer tijdens het laatste congres over Landbouw zonder chemie - hoe dan? Het antwoord op die vraag luidt: door binnen beheersbare grenzen te experimenteren, observeren, leren, bijsturen en weer door met diezelfde learning loop. Faseer zo groene middelen in. Het gebeurt niet omdat de politiek het moeilijk vindt te definiëren wat veilig is en vreest dat 'big chem' er met de buit vandoor gaat. Waar zijn toch de activisten die durven te pleiten voor een biologisch regime van toelatingen?
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Wouter #48, de discussie gaat al jaren over 'de 1107' (de richtlijn voor toelating van middelen). Drie jaar op een rij organiseerden we een congres daarover. Dat gaf me de gelegenheid om velen daarover te spreken, waaronder Europarlementariërs en Ingrid Beckx zelf.
Ooit was er sprake van een aparte toelating voor biologische/systemische middelen. Dat is afgeketst. Nu ijvert Biobest weer sterk voor een exceptie.
De werkelijkheid is deze: je dossier op orde krijgen is inderdaad duur, maar de ontwikkeling van groene middelen gebeurt veelal in de praktijk zodat goede dossieropbouw niet mogelijk is. Het past niet in het businessmodel (ontwikkeling gebeurt met de klant in een context) én niet bij de manier van denken om veiligheid te garanderen (er worden wel micro-organismen in het milieu gebracht).
Het staat er, écht: “Het is maar de vraag of de werking van nieuwe middelen vergelijkbaar is met de vaak breed werkende chemische middelen”.
Het staat er, écht: "Maar dat is een vraag voor de industrie, niet voor Ctgb".
Dus Ctgb waardeert breed werkende middelen meer dan minder breed werkende. Breed werkend kan inhouden dat collateral damage dus de normaal is, en dat zien we dan ook in het veld. "Breed werkend" zou een a priori disqualifier moeten zijn!!!!
We werken aan soortspecifieke onkruid onderdrukkers, terwijl de vraag van de industrie telkens weer is of we geen cocktail ervan kunnen maken voor meerdere onkruiden, das makkelijker voor de boeren, zeggen ze. One size fits all...
Tja, luisterde de natuur maar naar de vragen van de industrie....
Dick er zijn enkele tientallen bedrijfjes die met groene middelen bezig zijn. De ontwikkeling ervan kost gruwelijk veel geld. Geld dat de grote bedrijven niet echt vrijmaken. Geld dat er vanuit publieke R&D te weinig is. Start-ups (of afdeling) die in dit domein iets willen doen moeten heel veel poen hebben. De files voor ctgb opstellen en het onderliggende onderzoek kost miljoenen euro's. Daar ligt dus de uitdaging,
Ingrid Beckx van het Ctgb neemt afscheid met een interview op Boerderij.
Het is nuttig om te lezen in het kader van deze draad.
Drie passages uit het gesprek:
- Er is in de sector grote behoefte aan nieuwe, groene middelen, omdat steeds meer chemische middelen hun toelating kwijtraken. Vertrekkend directeur van het Ctgb Ingrid Becks is de eerste om te erkennen dat er een gat zit tussen het verdwijnen van chemische middelen en de introductie van nieuwe groene middelen. Dat zit hem overigens niet alleen in de toelating, ook in de werking, zegt ze. “Het is maar de vraag of de werking van nieuwe middelen vergelijkbaar is met de vaak breed werkende chemische middelen”. Maar dat is een vraag voor de industrie, niet voor het Ctgb, stelt ze vast.
- Wat we niet weten krijgt heel veel gewicht, terwijl we juist ook heel veel wél weten
- Een toelating van een nieuw middel is geen vanzelfsprekendheid, benadrukt ze. “5 à 10% van de aanvragen wijzen wij geheel af en van de helft tot driekwart worden de gebruiksvoorschriften aangescherpt. Er wordt wel eens gesuggereerd dat Ctgb niet onafhankelijk is, omdat de industrie ons betaalt voor ons werk. Daar zeg ik altijd maar op: u betaalt het CBR ook voor uw rijexamen, maar dat wil nog niet zeggen dat u dus slaagt.”
Dank, Mark #45. DNA is best een robuust goedje. Als het niet uitgespoeld wordt kan het lang (jaren) in de aarde achterblijven. Kleine stukjes kunnen kleiner worden, maar stukjes van tussen de 50-2000 basepairs leveren het onderdrukkende effect reeds op. Je kunt je voorstellen dat teelten die weinig croprotatie kennen zoals palmplantages heel lang last hebben van de DNA zelfremmendheid. Bij zwaar verdichtte grond ditto. Bij zandgronden met lekker veel regen zul je minder last hebben van bodemmoeheid veroorzaakt door selfDNA opbouw.
Andere redenen van soil sickness zijn hier te vinden.