Kapitein Iglo wil de bewaartemperatuur van diepvriesproducten verhogen naar -15 graden Celsius. Het initiatief is onderdeel van een bredere inspanning binnen de diepvriesindustrie om energie te besparen en de CO₂-uitstoot te verminderen. Heeft het gevolgen voor de houdbaarheid en kwaliteit van onze diepvriesproducten?
De diepvriestemperatuur staat al jaren op -18 graden Celsius. Die standaard is in 1930 ingevoerd en nooit meer aangepast.

Die -18 graden kan best een paar graden minder, dacht Nomad Foods, het bedrijf achter Kapitein Iglo. Om zeker van zijn zaak te zijn, deed het bedrijf onderzoek naar de houdbaarheid en kwaliteit van zijn producten op -15 graden Celsius. In een reeks tests bleek dat producten zoals gepaneerde kip, vissticks, zalmfilets, tuinerwten, spinazie, gemengde groenten, vegetarische gehaktballen en pizza’s margherita bij -15 graden Celsius nog steeds een goede smaak, geur, textuur en voedingswaarde behouden. Alleen sommige groenten verloren na verloop van tijd wat vitamine C, maar pas wanneer de THT-datum was verstreken.

Mede op initiatief van Nomad Foods is de alliantie 'Move to -15' opgericht, met als doel de temperatuur in de gehele diepvriessector naar -15 graden Celsius te verhogen. Een aantal andere leden zijn de Britse winkelketen Morrissons, vervoerders Maersk, Kuehne Nagel, MSC en vriesbedrijf Americold. Wageningen Universiteit tekende voor de laboratoriumtests.

Ook andere grote spelers onderzochten de mogelijkheden van hogere vriezertemperaturen. Unilever is bijvoorbeeld al begonnen met pilots waarbij diepvriezers voor ijs zelfs op -12 graden Celsius worden afgesteld.
De stap naar -15 graden Celsius zou de diepvriessector wereldwijd naar schatting 10 tot 11% energie en 5 tot 12% kosten besparen. Bovendien zou het de CO₂-uitstoot van de hele diepvriessector met 18 miljoen ton per jaar verminderen.

Obstakels
Maar het aanpassen van de temperatuur is niet zo maar even gedaan. De huidige norm van -18 graden Celsius is wereldwijd vastgelegd in richtlijnen, normen en soms zelfs wetten. Bedrijven riskeren dus boetes als ze hun temperatuur verlagen.

Daarnaast is de vriesketen complex en omvat vele schakels. Producten zoals diepgevroren Nederlands varkensvlees gaan soms wel door 10 verschillende handen voordat het op een Chinees bord ligt. Daarbij is consistentie in temperatuur essentieel om de voedselveiligheid te garanderen. Daarom staan vriezers in de praktijk soms nog lager dan -18 graden, zo tussen de -20 en -25 graden Celsius.

Ondanks het onderzoek van Nomad Foods, is er verder nog weinig kennis over de optimale bewaartemperatuur. Hoe lager de temperatuur, hoe meer watermoleculen in een product bevriezen. Bij hogere temperaturen is er dus meer 'vrij water' in het product. Die watermoleculen kunnen nog bewegen, waardoor ijskristallen kunnen groeien. Grotere ijskristallen zijn niet bevorderlijk voor de smaak en kwaliteit van de producten.

Diepvriesfabrikanten vriezen voedsel doorgaans in bij temperaturen rond de -40 °C of zelfs lager. Deze extreem lage temperaturen zorgen ervoor dat voedsel snel invriest, wat cruciaal is om de kwaliteit en textuur te behouden. Het snelle invriezen voorkomt de vorming van grote ijskristallen, die de celstructuur van voedsel kunnen beschadigen. Dit proces, bekend als "flash freezing" of "shock freezing," helpt ook om de smaak, voedingswaarde en houdbaarheid van het voedsel beter te behouden. Die lage temperaturen hoeven echter niet vast te worden gehouden als de boel eenmaal bevroren is en zich geen grote kristallen hebben kunnen vormen. Het onderzoek gaat dan ook over de vraag waar de grens ligt waarboven de snel ingevroren kwaliteit wél gaat leiden onder minder kou.

Toekomstperspectief
Toch zijn de Nederlandse vrieshuizen geïnteresseerd in de temperatuurverhoging. De vriesbranche is al 32% energiezuiniger geworden in de afgelopen 15 jaar, onder meer door het vervangen van koelinstallaties met F-gassen door energiezuinigere koelingen die gebruikmaken van ammoniak en CO2, door medewerkers bewust aan te spreken op koudeverlies en door te investeren in zonnepanelen, betere isolatie en onderhoud.

De Nederlandse branchevereniging Nekovri van vrieshuizen is geïnteresseerd, maar zegt dat er nog veel onderzoek nodig om te bewijzen dat de kwaliteit en veiligheid van voedsel niet lijden onder de hogere temperatuur. Bovendien moeten de vriesinstallaties het aankunnen. Niettemin wil de alliantie Move to -15 haast maken. De verwachting is dat de vriessector de komende jaren flink zal groeien. De vraag naar voedselopslag zal namelijk stijgen door bevolkingsgroei en onvoorspelbare oogsten.

Vanwege het aanpassen van wetten, regels en protocollen verwacht De Move to -15-alliantie dat het nog wel 5 jaar zal duren voordat de nieuwe norm wereldwijd kan worden ingevoerd.