Klootwijk kliert weer eens dubbel:
- hoe weet je wat de consument wil, als de inkopers van (groot)winkeliers bepalen wat hij niet mag kopen?
- waarom gezeur over de naam van de smaak en niet over een zak in plaats van een fles? Dat helpt nl. pas echt.

Of het effect zal hebben is makkelijk te checken: aan het eind van het jaar kijken of er iets veranderd is in de winkel.

Uit De Gelderlander:

Liever in een plastic zak, olieboer - Wouter Klootwijk
Ik wist niet dat olijfolie zo onwerelds lekker kon zijn. Een paar Nederlandse culi-journalisten waren uitgenodigd door een Spaanse olijfoliefabrikant. Hij organiseerde een proeverijtje met drie van zijn beste oliesoorten. Ras van de olijf en de grond waarop die groeit maken de smaak.
De wijnproevers onder ons hadden er de woorden voor, geleerd op de cursus vinologie. De neus en de afdronk en een toon van banaan of zoiets. (Hoe komt het toch dat wijnproevers nooit pret hebben?).
Ik was met stomheid geslagen.
Zulk smakelijke olietjes had ik nooit in Nederland gevonden. De fabrikant, José Valderrama, heeft een Nederlandse agent. Hij brengt niet alle soorten die Valderrama produceert in Nederland op de markt. Omdat volgens de agent Nederlanders voorkeur hebben voor 'mildere' olijfolie en liever geen olie gebruiken met een bijzonder en eigenwijs karakter.
Daar gaat-ie weer. Omdat ik hem niet kan kopen en uit armoe maar een 'neutrale' koop, zegt Spanje: 'Zie je wel, Hollanders willen neutrale smaken, doe de lekkerste flesjes maar naar Japan.'
Was ik zelfstandige winkelier (een gouden tip bij deze!), dan zou ik een eigen importlijntje opzetten. Er zijn hier en daar al wel bijzondere olijfolieadresjes, maar je wordt er vaak niet echt gelukkig. Deftige ambachtelijke praatjes over olietjes waar je veel voor moet betalen.
De olie van Valderrama is in Nederland niet in supermarkten te koop, maar in speciaalzaken en in winkeltjes naast de garderobe van chique eethuizen. In aanstellerige flesjes die eerder wantrouwend maken dan kooplust wekken. Liever had ik de olie in een plastic zak met een kraantje.
Om de zuurstof. Ik leg het uit en niks romantiek van handgeplukte handgeperste ambachtelijkheid. Goede olijfolieproductie gaat snel, met de modernste middelen.
De olijven, geoogst op het ideale moment, worden onmiddellijk na de machinale oogst in een fabriekje in de olijfgaard (korte afstand tussen boom en oliemachines) tot pulp vermalen. Een centrifuge slingert daarna de olie er uit.
Tijdens dat korte verwerkingsproces mogen pulp en olie niet warmer worden dan 20 graden Celsius. Om de smaak en om het behoud van ingrediënten in de olie die, naar men zegt, de gezondheid bevorderen.
De olie vers uit de centrifuge ziet er anders uit dan in de fles. Het is een mooie gele vla, en onweerstaanbaar lekker. Dat wordt hierna eigenlijk alleen maar beetje bij beetje minder. De dikke gele olie uit de centrifuge bevat nog water uit de olijf zelf (vruchtensap?).
In tanks zakt dat water er uit en wordt afgetapt. De olie is nu helderder. Door zuurstof tijdens de opslag in tanks uit te bannen blijft de olie op topkwaliteit. Meteen in de fles en direct gebruiken in de keuken is het beste. Tijd sloopt olie. En licht. En lucht.
De fles moet in een donker keukenkasje staan en als hij open is geweest en zuurstof bij de olie komt gaat de olie oxideren. Een zak zou beter zijn. Wijn in een plastic zak in een doos met een kraantje heeft geen last van zuurstof en licht. Als er van getapt wordt schrompelt de zak ineen, lucht komt er niet in.
Er is geen goede reden meer om wijn in flessen te verpakken. En alle reden is er om de beste olijfolies ter wereld in een zak in een doos met een kraantje te doen. Waar te koop? Avontuurlijke kruidenier, een vette uitdaging! En laat het me weten als het lukt.
Dit artikel afdrukken