Foldertekst: Slow Food staat op het standpunt dat grootschalige voedselproductie niet kan zonder schadelijke neveneffecten. Slow Food promoot dan ook kleinschalige, bio-intensieve teelt. Onder veel reguliere producenten (in het Westland en daarbuiten) kan daardoor het idee ontstaan dat deze kwaliteitseisen weliswaar mooi en idealistisch zijn, maar dat de huidige wereld dit soort eisen niet meer toestaat: schaalgrootte en efficiëntie zouden vereist zijn om alle monden te kunnen voeden. Weg met de smaak, desnoods..
Ik heb wel wat vragen voor de discussie: Is het werkelijk niet mogelijk om smaak en grootschaligheid te combineren? Of moet massaproductie per definitie smakeloos zijn? En zijn smaakvolle producten die op kleinschalige wijze tot stand komen alleen voor de elite die de hogere prijzen hiervoor kan betalen weggelegd?
Het symposium vindt plaats in het Themapark “De Westlandse Druif” in Monster; meer informatie: www.slowfood.nl
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Van Slow Food ontvang ik zojuist deze reactie:
Met het symposium beoogden we verschillende doelgroepen te bereiken: Slow Foodleden, tuinders, toeleveranciers en beleidsmakers. De eerste groep blijkt best interesse te hebben (er waren zo’n 25 inschrijvingen); vanuit de overige groepen waren er slechts enkele aanmeldingen. Uit navraag blijkt dat de interesse wel degelijk bestaat. Die komt voort uit de omslag die in de reguliere tuinbouw merkmaar is; tot een paar jaar terug ging het bij de teelt van groenten en fruit nog vooral om ‘veel en niet lekker’ – waterbommen dus – een opvatting die aan het veranderen is. Veiling en supermarkt waren in de visie van veel tuinders de eindpunten voor hun producten, niet de consument. Tuinders krijgen echter oog voor de consument die meer en meer hecht aan smaak, kwaliteit en duurzamer productiemethoden. Om die reden is er vanuit die groep - en andere betrokkenen - interesse om kennis te maken met het gedachtegoed achter Slow Food.
Alleen, een zaterdag mag dan zeer geschikt zijn voor Slow Foodactiviteiten, voor de overige doelgroepen ligt dat blijkbaar anders. Door de week is gereserveerd voor het werk; het weekend is gereserveerd voor privézaken. We overwegen om dit evenement later dit jaar te laten plaatsvinden op een doordeweekse dag. Waarbij dan uiteraard ook al degenen die hebben bijgedragen aan de discussie op Foodlog, van harte zijn uitgenodigd.
Maurice Wubben (namens De Westlandse Druif) en Friederike Kleijn (namens Slow Food Nederland)
circa 2250 schrijven ze in de reactie op het artikel van JvD. Nog niet veel dus.
1500 leden in Nederland volgens de website van Slow Food, waarvan ik er 1 ben. Niet veel dus en nauwelijks meer dan 5 jaar geleden volgens mij. Voor mij is Slow Food een club van ambassadeurs, die (kleine) producenten van bijzondere producten goed kunnen gebruiken. Veel van deze producenten, zoals ik hebben geen groot budget om promotie te doen. Wij doen het met Calimeromarketing en Slow Food is een van de netwerken die daar bij kan helpen.
Overrated? Ja. Wereldwijd telt de organisatie nog geen 100.000 leden en toch heeft iedereen het er over en is er zelfs een 'SF universiteit'. Hoe kan dat? It beats me.
Gelukkig maar. Blijft het feit dat er kennelijk een voorzitter is van slowfood die over zijn schaduw wil heenspringen, maar de leden niet meekrijgt daarin. Wanneer je hun site bekijkt, blijkt het allemaal nog niet veel verder te komen dan het "recht op genieten", gezien alle mooie en soms wel erg dure etentjes. Niks mis mee, maar dat geeft wel de indruk dat pretentieloos genieten het belangrijkste doel is.
Het gedeelte waar niet over lekkere etentjes gecommuniceerd wordt, is inderdaad op en top conservationistisch. Dat is overigens niet zo verkeerd als het woord doet vermoeden, maar getuigt wel van een beperking.
Ergens op deze site staat een artikel van Johannes van Dam, die slowfood als een marketingconcept ziet. Daar zit-ie goed mis. Hierboven noem ik het een randverschijnsel met teveel aandacht. Misschien een beetje te cru? Geef maar genoeg water aan het zaadje, dan komt er misschien een mooie bio-intensieve plant uit. En het Livar-kensbeestje was lekker.