In hun eerste gesprek kwamen Verstraten en Van Bodegom tot een beangstigende constatering. De Kader Richtlijn Water loopt niet alleen uit op een nog grotere uitdaging dan het stikstofdossier, maar is bovendien een vrijwel onbestuurbaar monster. Dat komt omdat een gebied als geheel verantwoordelijk is voor de waterkwaliteit.

In dit tweede gesprek concluderen zij dat de overheid heeft nagelaten een duidelijk kader te scheppen om de KRW uit de voeren. Daar is een fundamentele visie op het Nederland waarin we willen leven voor nodig. Zowel de visie als het bestuurlijk kader en de spelregels ontbreken.

Zeker is dat de druk op de waterkwaliteit zo hoog is, dat er productiebedrijven en boerenbedrijven zijn die zullen moeten stoppen met hun activiteiten. Maar hoe besluit je wie dat lot treft? Daarover gaat dit tweede gesprek. In slechts 17 minuten schetsen Verstraten en Van Bodegom het ongeluk waar Nederland op afstevent.

Partijen die allemaal een vaak ook nog eens tegengesteld belang hebben, moeten gezamenlijk besluiten wie zich aanpast of verdwijnt. Dat wordt nogal ingewikkeld - zo niet volstrekt onmogelijk - als er geen criteria zijn die bepalen wie meer recht op blijven heeft dan een ander. Als iedereen gelijk is, is het risico levensgroot dat een strijd van ieder tegen alle anderen ontstaat. Dat blijkt precies de situatie waarin Nederland, productiebedrijven, boerenbedrijven en andere eigenaren van activiteiten met emissies naar het watermilieu zich bevinden.

Jos Verstraten (l) en Peter van Bodegom

Een staaltje bestuurlijke nalatigheid van de bovenste plank of gewoon een bedrijfsongeluk met nog jarenlange ruzies en juridische procedures in het vooruitzicht?

Nieuw kabinet heeft geen aandacht voor KRW
Nu we een nieuw kabinet lijken te hebben, is het gesignaleerde probleem niet zomaar van tafel omdat ook een rechts kabinet gehouden is aan oude besluiten en regelgeving.

De Europese Commissie besloot ruim 23 jaar geleden tot de invoering van de Kader Richtlijn Water (KRW) op 23 oktober 2000. Deze richtlijn, officieel bekend als Richtlijn 2000/60/EG, werd aangenomen door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. De KRW is een raamwerk voor de bescherming van alle waterlichamen in de EU, inclusief rivieren, meren, kust- en grondwater, om een goede toestand van al het water te bereiken en behouden. De oorspronkelijke bedoeling was dat doel rond 2015 te bereiken.

In het voorgaande gesprek constateerde Verstraten dat de KRW de Nitraatrichtlijn waar het nieuwe kabinet tegen te hoop loopt de facto vervangt. Opvallend (zie het kader hieronder) is dat het nieuwe kabinet de woord Kader Richtlijn Water of de afkorting KRW niet noemen in hun beleidsvoornemens voor Nederland op hoofdlijnen. Door een toeval in de planning vallen de publicatie van deze podcast en de plannen van het kabinet samen.

Deze podcast is ook te beluisteren via Soundcloud. Het eerste gesprek en de discussie daarover is hier terug te vinden.
Vanacht werd het Akkoord Hoofdlijnenakkoord Hoop, Lef en Trots openbaar waar PVV, VVD, NSC en BBB maandenlang over hebben onderhandeld. Het nieuwe ministerie van LNV gaat Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heten. Opvallend genoeg komen de woordcombinatie Kader Richtlijn Water of afkorting KRW er niet in voor. Wel gaat het uitgebreid over de mestproblematiek waar Nederland nu volop in is vastgelopen en de nog altijd spelende stikstofproblematiek waar het zittende kabinet zich heeft vastgezet door rigide vast te houden aan wetgeving op basis van modelbouw. Voor modelbouw komt een 'wetenschappelijke' toets.

Samengevat valt te constateren dat het akkoord het accent van Rutte IV op natuur weer terugplaatst op landbouw maar niettemin met behoud van natuur. Daarnaast zet het in op het veranderen van keuzen binnen haalbaar geachte marges in het kader van EU wet- en regelgeving.

Trots, Lef en Hoop op het Ministerie van LVVN
Het nieuwe kabinet legt nadruk op toekomstperspectief, innovatie en duurzaamheid, met concrete plannen om de agrarische sector te versterken zonder gedwongen krimp van de veestapel. Hieronder een eerste snelle vergelijking met het beleid van het demissionaire kabinet.

1. Toekomstperspectief en Ondersteuning voor Jonge Boeren
Het nieuwe kabinet richt zich op het bieden van toekomstperspectief en extra aandacht voor jonge boeren, zodat zij bedrijven kunnen overnemen of starten. Dit was ook een aandachtspunt van het vorige kabinet, maar het nieuwe beleid benadrukt sterkere financiële ondersteuning en minder bureaucratische belemmeringen.

2. Aanpassing van Europese Richtlijnen
Trots, Lef en Hoop zet nadrukkelijk in op het aanpassen van Europese richtlijnen om ze werkbaarder te maken voor Nederlandse boeren. Specifieke acties omvatten het verkrijgen van regio-specifieke derogaties van de Nitraatrichtlijn en het verminderen van bufferstroken rond Natura 2000-gebieden. Dit in tegenstelling tot het vorige kabinet dat vaak werd bekritiseerd voor het zonder meer implementeren van Europese regels zonder voldoende maatwerk voor de Nederlandse situatie.

3. Geen Gedwongen Krimp van de Veestapel
Een belangrijk verschil met het zittende kabinet is de expliciete vermelding dat Trots, Lef en Hoop niet stuurt op gedwongen krimp van de veestapel. Dit beleid is bedoeld om de zorgen van boeren te verlichten en een vrijwillige benadering te hanteren voor duurzaamheid en milieudoelen.

4. Emissiedoelen en Innovatie
Het nieuwe kabinet zet in op bedrijfsspecifieke emissiedoelen en de ontwikkeling van een ‘afrekenbare stoffenbalans’. Innovatie krijgt prioriteit met specifieke programma's voor robotisering en innovatieve landbouwtechnieken. Dit is een meer gedetailleerde en gerichte benadering vergeleken met het generieke beleid van het zittende kabinet.

5. Mestbeleid en Samenwerking
De mestcrisis krijgt op korte termijn alle aandacht. Trots, Lef en Hoop streeft naar meer samenwerking tussen akkerbouwers en veebedrijven en herziening van de aanwijzing van kwetsbare gebieden volgens de Nitraatrichtlijn. Dit verschilt van het vorige kabinet, dat minder flexibel omging met mestplaatsingsruimte en derogatie.

6. Dierwaardigheid en Langeafstandstransport
Trots, Lef en Hoop streeft naar meer dierwaardige veehouderij. Dit betekent lange termijn plannen voor stalvereisten en het beperken van langeafstandstransporten van dieren, als die niet voldoen aan Europese welzijnseisen. Deze maatregelen zijn strikter, meer regelgestuurd en daarom duidelijker uitgewerkt dan in het beleid van het zittende kabinet.

7. Natuurherstel en Stikstofaanpak
Het natuurbeleid wordt gebiedsgericht aangepakt met de nadruk op landbouwinclusieve natuur en daadwerkelijke metingen van de natuurtoestand. De kritische depositiewaarde (KDW) wordt uit de wet gehaald en vervangen door een 'juridisch houdbaar alternatief' (een onderwerp dat ambtenaren onder het zittende kabinet slapeloze nachten bezorgde). Deze aanpak is pragmatisch en zou afgestemd moeten zijn op bestaande realiteit van boeren. Onder het zittende kabinet werden natuurmaatregelen als rigide ervaren.

8. Visserij
De visserijsector krijgt maximale ondersteuning voor een toekomstbestendige vloot en toegang tot visgronden. Het kabinet breekt weer een lans voor de pulsvisserij die geherintroduceerd zou moeten worden. Dit beleid is een duidelijke versterking van de steun aan de visserijsector in vergelijking met het vorige kabinet, dat onder druk van Europese regelgeving de Nederlandse visserij vergaand aan banden heeft gelegd en een belangrijk deel al liet verdwijnen.
Dit artikel afdrukken