Dinsdagavond aanstaande geeft Eric Smaling, hoogleraar duurzame landbouw en verbonden aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen, zijn visie op de rol van voedsel in de wereld. ‘We zijn nog steeds niet wakker geworden van de wake up call van de stijgende voedselprijzen in 2008’, zegt hij. ‘Voedsel is een primaire levensbehoefte. Als we daar slordig mee omgaan, komen mensen in opstand. Met alle gevolgen van dien.’
Ter inleiding van zijn Rode Hoed lezing in het kader van It's food, stupid, sprak ik met hem. We hadden het over voedsel als inzet van geo-politiek, de rol van wereldomspannende instituties als de FAO en de Wereldbank en ons vermogen als mensen om ons anders te organiseren als de politiek en instituties niet meer functioneren.
Smaling is bodemdeskundige. Hij weet alles van de vruchtbaarheid van gronden en van de echte en kunstmest die je erop kunt gebruiken. Sommigen noemen hem de poepdeskundige.
Desgevraagd neemt hij me in vogelvlucht mee over de aarde. Slechts een zesde van het landoppervlakte op aarde is geschikt voor landbouw. De rest is te koud, te droog, te bergachtig, etc. In Oost-Europa ligt nog een flink potentieel ligt te wachten. Evenals in het lege, maar arme Afrika. Dat continent heeft net als Zuid-Amerika arme gronden. Met mest en de geschikte gewassen kun je het toch productief maken. Zo biedt bijvoorbeeld soja kansen op arme gronden omdat het een deel van zijn voeding uit de lucht haalt. Het is een zogenaamde stikstofbinder. Zou Afrika zo ontgonnen worden, dan zal dat ontegenzeggelijk op industriële schaal gebeuren omdat er geen kleinschalige boerentraditie is in de gebieden die nu nog vrij leeg zijn. De fosfaatkunstmest die daarvoor nodig is komt deels uit Marokko en deels uit China. Dat laatste land stelt net als andere Aziatische landen zijn voedsel veilig door grootschalige import uit andere delen van de wereld om straks de eigen bevolking te kunnen voeden. Thuis kunnen ze namelijk onvoldoende verbouwen om hun steeds rijker wordende stedelingen te voeden. Steeds vaker wordt land ‘gehuurd’ of ‘gekocht’ in het buitenland. Inmiddels zijn grote arealen in handen van dergelijke naties gekomen. Het zijn, zegt Smaling, vormen van voedselneokolonialisme waarbij de belangen van de lokale bevolking vaak zonder pardon aan de kant worden geschoven.
Azië kreeg zijn oogstrendementen omhoog door veredeling; daar valt echter geen grote vooruitgang meer in te verwachten. De Zuid-Amerikanen deden het daarentegen door de arbeidsproductiviteit te verhogen en het in gebruik nemen van de savannes en de randen van het regenwoud. Inmiddels ben je daar zelfs met tienduizend hectare maar een kleine boer. Twintig combined harvesters jassen zij aan zij door gigantische graanakkers. Dat drukt de kosten per ton product.
Europa en de VS – dé landbouwingenieurs van de wereld - joegen de landbouwproductie op door een combinatie van marktbeschermend beleid, vruchtbare gronden en teelintensivering. In de Oekraïne, Rusland en Kazachstan ligt nog een geweldig potentieel aan vruchtbare zwarte aarde, waar de produktie een stuk lager is dan wat mogelijk is. Deze steppengronden houden ook veel koolstof vast.
Kunnen we die 9 miljard mensen in 2050 voeden?
Ja. Technisch gezien kan de aarde die 9 tot 10 miljard mensen wel aan. Ik zie een ander probleem. De voedselproductie wordt niet eerlijk verdeeld over alle magen op aarde. Nog afgezien van de vraag hoe we in 2050 al die mensen kunnen voeden, leidt dat in een goed geïnformeerde wereld tot problemen. Men weet onderhand wat er elders gebeurt, het referentiekader is voor iedereen breder. In 2008 vlogen de prijzen omhoog en in veel steden ontstond onrust. Een aantal rijstexporterende landen zoals India stelden daarop beperkingen in om de voedselzekerheid in eigen huis te garanderen. Dit is voor landen die van import afhankelijk zijn heel gevaarlijk. Ook de Arabische lente wordt gekoppeld aan voedselschaarste als gevolg van oplopende prijzen.
Welke les hadden we uit de ‘wake up call’ van 2008 moeten trekken?
Er ontstonden opstanden in steden. Ook in Afrika leven mensen inmiddels in grote wereldsteden. Ze zijn voor een deel afhankelijk van geïmporteerd voedsel. De bevolking wordt diep in zijn besteedbaar inkomen geraakt als de voedselprijzen stijgen en kan zijn eten of andere zaken al snel niet meer betalen. Als zulke stedelijke bevolkingen in opstand komen, komen landen in de problemen. De hogere prijzen zorgen er bovendien voor dat exporterende landen hun exporten staken om soortgelijke problemen thuis te voorkomen. Een negatieve spiraal van onrust en rellen is het gevolg.
Om dat te voorkomen zullen strategische voorraden moeten worden aangelegd om destabliserende prijsfluctuaties en daarmee samenhangende speculatie te voorkomen. Dat gebeurt wel in de VS en de EU, maar steeds minder. De FAO en het Wereldvoedselprogramma zouden er op wereldschaal voor moeten zorgen, maar zien het vooralsnog niet als hun rol, of die wordt ze niet gegund. Er wordt reactief maar niet proactief opgetreden. Op de een of andere manier ontbreekt het hen aan kracht.
Hoe moet dat als er straks niet 7 maar 9 miljard mensen zijn?
Als we niet tot een betere organisatie van de wereldvoedselstromen en de beschikbaarheid daarvan komen voor iedereen gaat het mis. Ook mensen in de derde wereld weten dankzij internet en hun mobiele telefoons hoe het er hier aan toegaat en wat zij hebben. Alleen daarom al kunnen grove ongelijkheden niet meer. Als we daar niet mee leren omgaan, zullen er ernstige voedselrellen met grote destabiliserende effecten ontstaan. Voor mij is de grote vraag: leren we op tijd luisteren en het voorkomen of wachten we tot het te laat is?
Welke van de twee wordt het?
Ik denk dat er een soort zaagtandpatroon gaat ontstaan van pieken in de voedselprijzen. Als ze weer zakken, denken we dat we het weer gered hebben. We zullen steeds vaker gaan zien dat het misgaat en dan hopelijk concluderen dat we iets moeten doen.
Als we op tijd zijn, wat moet er dan gebeuren?
Er zou een soort Bretton-Woods voor voedsel moeten komen. Een wereldsysteem dus om stabiele prijzen voor voedsel te garanderen. Regeringen moeten daarin het voortouw nemen vanuit hun collectieve belang om rust op de mondiale voedselmarkten te creëren.
De reactie die je nu ziet is echter gericht op het welbevinden van de eigen bevolking. En dus het verplaatsen van de produktie naar andere landen. Afrika is wat dat betreft aantrekkelijk voor Arabische en Aziatische landen. Die trend, ook wel ‘landgrabbing’ genoemd, is wel begrijpelijk maar het stemt me niet vrolijk. Ieder gaat voor zich en dat gaat niet bepaald helpen.
Denk je dat we als mensen het vermogen hebben om ons te organiseren?
Ik hoop het. Mensen van mijn generatie verwachten nog altijd veel van de instituties zoals de FAO, de WHO, de verstandigheid van regeringen en de Wereldbank. Maar misschien is het wel zo dat – zoals jij denkt - sociale netwerken en de connectedness van mensen via mobiele communicatie over de hele wereld tot heel nieuwe organisatievormen buiten de instituties om gaan zorgen. Ik vind dat een boeiende en hoopgevende gedachte.
Kunnen we met 9 miljard mensen op zoiets als een natuurlijke en groene aardkloot wonen?
Heel reëel? Nee. We zijn al met teveel mensen en zullen met nog meer mensen zijn. Onze impact is te groot. Die piek van 9 miljard of meer gaat er komen. De grondstoffen raken ook op. Olie en gas is voor een deel vervangbaar, maar bijvoorbeeld fosfaat niet.
Waar het om gaat is dat we als mensen leren dat we ons eigen leven betekenis zullen moeten geven. Dat impliceert keuzen, voor onszelf en in onze relatie tot anderen en in relatie tot onze leefomgeving. Als we dat niet goed kunnen, komen we in een wereld terecht die steeds verder afstaat van wie we zijn en het lot zoals we dat zelf in onze onderlinge afhankelijkheid zouden kunnen vormgeven.
En als dat niet lukt?
Als je zoals geologen in heel lange tijdsschalen denkt, dan weet je dat we gewoon onderweg zijn naar de volgende IJstijd. Opwarming van de Aarde en alle drukte daaromheen is voor hen nauwelijks relevant. Maar op de schaal van een mensenleven, van enkele generaties, wacht er wel een zware taak om de planeet leefbaar te houden en onszelf af te remmen in de onstuitbare zucht naar welvaart en comfort. Dat is onze uitdaging.
Kaarten voor de Lezing van Eric Smaling zijn nog te bestellen via de website van de Rode Hoed
Fotocredits: Erik Den Oude Fotografie, Weesp
Dit artikel afdrukken
Smaling is bodemdeskundige. Hij weet alles van de vruchtbaarheid van gronden en van de echte en kunstmest die je erop kunt gebruiken. Sommigen noemen hem de poepdeskundige.
Desgevraagd neemt hij me in vogelvlucht mee over de aarde. Slechts een zesde van het landoppervlakte op aarde is geschikt voor landbouw. De rest is te koud, te droog, te bergachtig, etc. In Oost-Europa ligt nog een flink potentieel ligt te wachten. Evenals in het lege, maar arme Afrika. Dat continent heeft net als Zuid-Amerika arme gronden. Met mest en de geschikte gewassen kun je het toch productief maken. Zo biedt bijvoorbeeld soja kansen op arme gronden omdat het een deel van zijn voeding uit de lucht haalt. Het is een zogenaamde stikstofbinder. Zou Afrika zo ontgonnen worden, dan zal dat ontegenzeggelijk op industriële schaal gebeuren omdat er geen kleinschalige boerentraditie is in de gebieden die nu nog vrij leeg zijn. De fosfaatkunstmest die daarvoor nodig is komt deels uit Marokko en deels uit China. Dat laatste land stelt net als andere Aziatische landen zijn voedsel veilig door grootschalige import uit andere delen van de wereld om straks de eigen bevolking te kunnen voeden. Thuis kunnen ze namelijk onvoldoende verbouwen om hun steeds rijker wordende stedelingen te voeden. Steeds vaker wordt land ‘gehuurd’ of ‘gekocht’ in het buitenland. Inmiddels zijn grote arealen in handen van dergelijke naties gekomen. Het zijn, zegt Smaling, vormen van voedselneokolonialisme waarbij de belangen van de lokale bevolking vaak zonder pardon aan de kant worden geschoven.
Azië kreeg zijn oogstrendementen omhoog door veredeling; daar valt echter geen grote vooruitgang meer in te verwachten. De Zuid-Amerikanen deden het daarentegen door de arbeidsproductiviteit te verhogen en het in gebruik nemen van de savannes en de randen van het regenwoud. Inmiddels ben je daar zelfs met tienduizend hectare maar een kleine boer. Twintig combined harvesters jassen zij aan zij door gigantische graanakkers. Dat drukt de kosten per ton product.
Europa en de VS – dé landbouwingenieurs van de wereld - joegen de landbouwproductie op door een combinatie van marktbeschermend beleid, vruchtbare gronden en teelintensivering. In de Oekraïne, Rusland en Kazachstan ligt nog een geweldig potentieel aan vruchtbare zwarte aarde, waar de produktie een stuk lager is dan wat mogelijk is. Deze steppengronden houden ook veel koolstof vast.
Kunnen we die 9 miljard mensen in 2050 voeden?
Ja. Technisch gezien kan de aarde die 9 tot 10 miljard mensen wel aan. Ik zie een ander probleem. De voedselproductie wordt niet eerlijk verdeeld over alle magen op aarde. Nog afgezien van de vraag hoe we in 2050 al die mensen kunnen voeden, leidt dat in een goed geïnformeerde wereld tot problemen. Men weet onderhand wat er elders gebeurt, het referentiekader is voor iedereen breder. In 2008 vlogen de prijzen omhoog en in veel steden ontstond onrust. Een aantal rijstexporterende landen zoals India stelden daarop beperkingen in om de voedselzekerheid in eigen huis te garanderen. Dit is voor landen die van import afhankelijk zijn heel gevaarlijk. Ook de Arabische lente wordt gekoppeld aan voedselschaarste als gevolg van oplopende prijzen.
Welke les hadden we uit de ‘wake up call’ van 2008 moeten trekken?
Er ontstonden opstanden in steden. Ook in Afrika leven mensen inmiddels in grote wereldsteden. Ze zijn voor een deel afhankelijk van geïmporteerd voedsel. De bevolking wordt diep in zijn besteedbaar inkomen geraakt als de voedselprijzen stijgen en kan zijn eten of andere zaken al snel niet meer betalen. Als zulke stedelijke bevolkingen in opstand komen, komen landen in de problemen. De hogere prijzen zorgen er bovendien voor dat exporterende landen hun exporten staken om soortgelijke problemen thuis te voorkomen. Een negatieve spiraal van onrust en rellen is het gevolg.
Om dat te voorkomen zullen strategische voorraden moeten worden aangelegd om destabliserende prijsfluctuaties en daarmee samenhangende speculatie te voorkomen. Dat gebeurt wel in de VS en de EU, maar steeds minder. De FAO en het Wereldvoedselprogramma zouden er op wereldschaal voor moeten zorgen, maar zien het vooralsnog niet als hun rol, of die wordt ze niet gegund. Er wordt reactief maar niet proactief opgetreden. Op de een of andere manier ontbreekt het hen aan kracht.
Hoe moet dat als er straks niet 7 maar 9 miljard mensen zijn?
Als we niet tot een betere organisatie van de wereldvoedselstromen en de beschikbaarheid daarvan komen voor iedereen gaat het mis. Ook mensen in de derde wereld weten dankzij internet en hun mobiele telefoons hoe het er hier aan toegaat en wat zij hebben. Alleen daarom al kunnen grove ongelijkheden niet meer. Als we daar niet mee leren omgaan, zullen er ernstige voedselrellen met grote destabiliserende effecten ontstaan. Voor mij is de grote vraag: leren we op tijd luisteren en het voorkomen of wachten we tot het te laat is?
Welke van de twee wordt het?
Ik denk dat er een soort zaagtandpatroon gaat ontstaan van pieken in de voedselprijzen. Als ze weer zakken, denken we dat we het weer gered hebben. We zullen steeds vaker gaan zien dat het misgaat en dan hopelijk concluderen dat we iets moeten doen.
Als we op tijd zijn, wat moet er dan gebeuren?
Er zou een soort Bretton-Woods voor voedsel moeten komen. Een wereldsysteem dus om stabiele prijzen voor voedsel te garanderen. Regeringen moeten daarin het voortouw nemen vanuit hun collectieve belang om rust op de mondiale voedselmarkten te creëren.
De reactie die je nu ziet is echter gericht op het welbevinden van de eigen bevolking. En dus het verplaatsen van de produktie naar andere landen. Afrika is wat dat betreft aantrekkelijk voor Arabische en Aziatische landen. Die trend, ook wel ‘landgrabbing’ genoemd, is wel begrijpelijk maar het stemt me niet vrolijk. Ieder gaat voor zich en dat gaat niet bepaald helpen.
Denk je dat we als mensen het vermogen hebben om ons te organiseren?
Ik hoop het. Mensen van mijn generatie verwachten nog altijd veel van de instituties zoals de FAO, de WHO, de verstandigheid van regeringen en de Wereldbank. Maar misschien is het wel zo dat – zoals jij denkt - sociale netwerken en de connectedness van mensen via mobiele communicatie over de hele wereld tot heel nieuwe organisatievormen buiten de instituties om gaan zorgen. Ik vind dat een boeiende en hoopgevende gedachte.
Kunnen we met 9 miljard mensen op zoiets als een natuurlijke en groene aardkloot wonen?
Heel reëel? Nee. We zijn al met teveel mensen en zullen met nog meer mensen zijn. Onze impact is te groot. Die piek van 9 miljard of meer gaat er komen. De grondstoffen raken ook op. Olie en gas is voor een deel vervangbaar, maar bijvoorbeeld fosfaat niet.
Waar het om gaat is dat we als mensen leren dat we ons eigen leven betekenis zullen moeten geven. Dat impliceert keuzen, voor onszelf en in onze relatie tot anderen en in relatie tot onze leefomgeving. Als we dat niet goed kunnen, komen we in een wereld terecht die steeds verder afstaat van wie we zijn en het lot zoals we dat zelf in onze onderlinge afhankelijkheid zouden kunnen vormgeven.
En als dat niet lukt?
Als je zoals geologen in heel lange tijdsschalen denkt, dan weet je dat we gewoon onderweg zijn naar de volgende IJstijd. Opwarming van de Aarde en alle drukte daaromheen is voor hen nauwelijks relevant. Maar op de schaal van een mensenleven, van enkele generaties, wacht er wel een zware taak om de planeet leefbaar te houden en onszelf af te remmen in de onstuitbare zucht naar welvaart en comfort. Dat is onze uitdaging.
Kaarten voor de Lezing van Eric Smaling zijn nog te bestellen via de website van de Rode Hoed
Fotocredits: Erik Den Oude Fotografie, Weesp
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Niet helemaal mee eens Hans. Eigenlijk grotendeels mee oneens.
Je reactie is typisch voor de Homo Sapiens, die bij het horen van slecht nieuws (iets dat zijn zelfbehoudsinstinct triggert) zijn cognitieve brein gebruikt om het slechte nieuws te ontkennen.
Ik blijf bij mij mening dat het bestrijden van symptomen, ook al zijn ze goed bedoeld, de aarde niet beter maken. Overigens heb ik nooit beweerd dat de tijd voor de industriële revolutie beter was voor de mens. Maar wel beter voor de planeet. Zelf (n=1 dus onbruikbaar) kom ik wel eens in gebieden met een bevolkingsdichtheid van < 10. En daar voel en zie je nauwelijks de aantasting van de aarde door de mensen.
En die dino's ? Ik zie een inslag als een deel van de natuur. De mens is daar ook deel van. En voor mijn part alle hemellichamen. Over het uitsterven van de dino's zijn trouwens veel theorieën bekend. Misschien hadden ze toen al een gemuteerd vogelgriep virus, hetzelfde virus dat de mensheid zal uitdunnen. Hopelijk treft die toekomstige pandemie alleen maar gecertificeerde slechterikken, maar ik vrees dat het niet zo is.
Jack@
Ik schreef hieronder al, dat de discussie niet kan zonder het bevolkingsvraagstuk er in te betrekken. Jij vindt daarnaast dat de gestegen levensverwachting debet is aan de voedselproblematiek. Het typerende is echter, dat de hoogste levensverwachting gevonden wordt in de technisch hoog ontwikkelde Westerse krimp(!)-landen, niet in de landen waar men het grootste kindertal verwekt.
Liever 500 mensen die 100 worden met 1,6 (!) kinderen, dan 1000 die gemiddeld 55 halen met 8 kinderen waar er 4 van overblijven.
Ook vind je dat de industriële revolutie (het toepassen van het creatief technisch menselijk intellect), de hoofdoorzaak is. Daaruit wordt alles veroorzaakt. En als we het bevolkingsvraagstuk niet aan pakken, de ‘natuur’ dat doet.
Daarom de volgende opmerkingen:
1. Ik denk dat er een nieuwe ‘industriële’ (cradle to cradle, meer output met minder input, recuperatie) revolutie onderweg is (en dan bedoel geen destructieve industrie die die nieuwe I-pads voor de communicatie hype produceert en hybride technieken die in hoog tempo ‘rare metals’ om zeep helpen..). Technologie is een continu proces. Het idee dat we beter zonder industriële revolutie in een soort herderlijk en ambachtelijk paradijs waren gebleven, is niet reel. Want dat was er voordien ook niet.
2. Overbevolking is vooral een sociaal-maatschappelijk/economisch probleem, dat het beste bestreden kan worden met beter onderwijs, kennis en genoeg voedsel. Kinderbezit is heel dikwijls in een aantal derdewereld land een verzekering voor je oude dag (niet voor niets gekoppeld aan voorouderverering), en wordt mede veroorzaakt van het ontbreken van effectieve geboorteregeling. Een halve eeuw geleden verliet men zich ook hier nog op het ‘jubelend verlaten van de kaarke’, en doet dat op Walcheren en Tholen nog…
3. De dino’s zijn niet verdwenen door een ‘ingrijpen ’van de natuur. Dat is kul. Gaia ‘grijpt’ niet in. Sterker nog. Naast het gegeven dat de dino’s verdwenen door een inslag, is men er in de astronomie (niet astrologie, dat is voor de Libelle) steeds meer van overtuigd dat het leven op aarde te danken is aan een of meer inslagen van ijskometen, die de bouwstoffen voor eiwit aan leverden. Mogelijk zelfs ingekapselde vormen van leven.
4. En van ‘leiders’, die iets aan een rigoureuze aanpak van de bevolking willen gaan doen, huiver ik een beetje. Gedwongen sterilisatie ? Net als in China boetes ? De derde wereld zal niet staan te juichen. En hier is die ingreep niet meer nodig. Wij praten zelfs al over de volgende stap na euthanasie om medische redenen. Er gewoon mee stoppen omdat je een ‘voldaan leven’ hebt gehad. Van die laatste trend verdenk ik de pensioenfondsen: interessant natuurlijk om het voor pensioen geïnvesteerde kapitaal niet uit te hoeven keren. Of komt er straks een kleine verervingsclausule om je toch tot die stap te verleiden?
Mee eens ?
ps. ik heb mijn naam teruggebracht tot initialen, omdat ik geen 738 pollemans-linken op Google wil naar foodlog... :-)
Dick,
1. het aantal mensen op aarde is explosief gestegen na de industriële revolutie.
2. het verbruik van fossiele brandstoffen is explosief gestegen na de industriële revolutie.
3. het verbruik van voedsel is explosief gestegen na de industriële revolutie.
4. het gebruik van fosfaat is explosief gestegen na de industriële revolutie.
5. Het verbruik van drinkwater is explosief gestegen na de industriële revolutie.
Mijn mening is dat alle ellende (op aarde) is begonnen toen de bevolkingsafname door sterfte 'te laag' werd. En we blijven dat sterftecijfer maar 'verbeteren'.
Al dat geneuzel over het beter verdelen (geen dierlijke eiwitten meer, minder verspilling, etc) zal de bevolkingsafname door sterfte nog verder doen 'verbeteren'. Ik kan het niet bevatten dat we volharden in symptoombestrijding en niet proberen de oorzaak van de zieke planeet aan te pakken. Ik hoop dat verstandige leiders iets aan die absurde groei van de wereldbevolking doen, want als de mens het zelf niet regelt, doet de natuur het. En die natuur zal dat hardhandig corrigeren. Vraag het maar aan de dino's.
Dick Floor, dit is een foto van de omslag van Plastic Panda's van Bas Haring. Het boek gaat over de vervanging en opheffen van de natuur, zoals je wellicht weet. Er komt van alles voor terug, zegt hij.
Stelling: we zullen het hier leefbaar moeten houden en kunnen dat alleen maar vanuit een menscentraal standpunt.
'Ik hou niet van bloemen', schreef Wouter Klootwijk hier ooit. 'Ik hou niet van katoen', schrijft Dick met zoveel woorden.
Wat moeten we gaan dragen en wat is de LCA van dat soort producten?
Ik kocht onlangs een trui. Thuisgekomen zag ik dat'ie van 2e hands van alles en nog wat was gemaakt, van mohair en zijde tot oude Pet-flessen garens. Goed idee. Ik kocht m omdat ik hem mooi vond. Maar zelfs die trui had ik niet nodig. Ik heb er al 10 in de kast liggen. Bloemen heb ik inderdaad ook niet nodig. Maar waar trekken we de streep?
In de NRC van gisteren las ik over de toeristenindustrie. 'Duurzame bouw' schijnt helemaal in te zijn. Doet het prima bij het publiek. Toerisme is natuurlijk uiterst onduurzaam als categorie. Nogmaals: waar trekken we de streep?
Zoals Smaling zegt: het gaat om onze onbedwingbare hang naar luxe en vooruitgang.
Is 'duurzaamheid' voor- of achteruitgang of vooruitgang gecombineerd met meer bescheidenheid en het in acht nemen van onszelf in relatie tot anderen?