Het Zorginstituut Nederland heeft geadviseerd om Wegovy voorlopig niet op te nemen in het basispakket van de zorgverzekering. Het ministerie van Volksgezondheid neemt doorgaans de adviezen van het Zorginstituut over. Het Zorginstituut komt met dit advies, ondanks dat het Wegovy bewezen effectief noemt in het verminderen van lichaamsgewicht. Waarom dan toch dit advies? En waarom wordt minder effectieve obesitasmedicijn Saxenda dan wel vergoed vanuit de basisverzekering?
Gaan we een mogelijk hele grote groep mensen in Nederland levenslang dure medicatie geven, terwijl noodzakelijke maatregelen om de samenleving gezonder te maken uitblijven?
Wegovy is beduidend effectiever dan Saxenda, een medicijn dat al in het basispakket zit. Wegovy zorgt voor een gewichtsverlies van ongeveer 15%, terwijl mensen die Saxenda gebruiken gemiddeld 5-10% van hun lichaamsgewicht verliezen. Dat maakt Wegovy populair. Door die populariteit is op dit moment een wereldwijd tekort aan semaglutide, de werkzame stof in Wegovy. Semaglutide is belangrijk voor diabetespatiënten omdat het de bloedsuikerspiegel verlaagt. Sinds bekend werd dat het middel helpt bij afvallen, is er een run op ontstaan. Hierdoor is het diabetesmedicijn Ozempic, dat ook semaglutide bevat, bijna niet meer verkrijgbaar.

Het Zorginstituut schat de vraag naar Wegovy zo groot in, dat de totale jaarlijkse kosten tussen de €60 miljoen en €1,3 miljard zullen bedragen. Dat is niet zomaar even een uitgave. Vanaf de grens van €10 miljoen moet een fabrikant een kosteneffectiviteitsberekening in kaart brengen.

Onzekerheden en vragen
Dat heeft fabrikant Novo Nordisk netjes gedaan, maar het Zorginstituut zet grote vraagtekens bij de economische analyse die de fabrikant heeft geleverd. Er is onduidelijkheid over wie precies in aanmerking zou moeten komen voor Wegovy, hoe mensen moeten stoppen met het medicijn en wat de langetermijneffecten zijn. Deze onzekerheden maken het onverantwoord om Wegovy nu al vanuit publieke middelen te vergoeden.

De vraagtekens zijn terecht, vindt Jochen Mierau, hoogleraar economie van de volksgezondheid. Hij legt in de Volkskrant uit dat bij een investering van €1,3 miljard, de medicijnkosten in de apotheek met 20% zullen stijgen. Ook de zorgpremie zal met een paar procent stijgen om de obesitasmedicatie te bekostigen. Volgens Mierau bedreigt dat de solidariteit in het zorgstelsel.

De bredere discussie: technologische oplossing of preventie?
Het Zorginstituut roept nu dan ook op het debat over de rol van medicijnen versus preventieve maatregelen tegen obesitas te openen. Foodlog agendeert die discussie al enige tijd.
“Gaan we een mogelijk hele grote groep mensen in Nederland levenslang dure medicatie geven, terwijl noodzakelijke maatregelen om de samenleving gezonder te maken uitblijven?”, vraagt bestuursvoorzitter Sjaak Wijma van het Zorginstituut zich af in een persbericht.

Hoogleraar obesitas Liesbeth van Rossum ziet een tweesporenbeleid. Ze pleit voor het aanpakken van zowel het obesitasprobleem als voor preventie die voorkomt dat mensen überhaupt overgewicht ontwikkelen. “Het bad is vol, en de kraan blijft lopen. Aan de ene kant moeten we de stop eruit trekken voor mensen die nu al overgewicht en obesitas hebben”, zet Van Rossum in de Volkskrant. Medicatie moet kunnen, vindt ze, als leefstijlprogramma’s niet effectief genoeg blijken. “Maar ook de kraan moet dicht”, voegt Van Rossum toe. De politiek moet niet stoppen met het nemen maatregelen zoals een suikertaks, minder ongezond voedsel in supermarkten, geen reclame voor ongezonde producten en het verwijderen van frisdrankautomaten op scholen.