Florine Boucher - sinds kort te vinden op haar eigen site - stuurde ons haar nieuwsbrief. Nu ze meer ruimte heeft, maakt ze recepten met een anekdote.

De onderstaande is aanleiding voor een vraag: wie van de lezers maakt nog wel eens 'vlees aan een stuk' dat aan tafel 'aangesneden' moet worden? Voor welke gelegenheden en wie snijdt het dan aan?

Een goed ingeburgerd, in Nederland wonend, buitenlands echtpaar in mijn vriendenkring, is niet erg thuis in klassieke Hollandse gerechten; temeer daar beiden geen vleeseters zijn. Toen het zo hard vroor maakte ik op hun verzoek husselpot met klapstuk voor een elegante, hoog bejaarde dame uit hun vriendenkring die jarenlang hun overbuurvrouw is geweest.

De dame in kwestie wilde zo ontzettend graag nog eens husselpot met klapstuk eten had ze laten weten. Ze woont in een voormalige pastorie met authentieke eikenhouten wenteltrappen en een trits knarsende sloten en schuiven op een loodzware voordeur en weet van geen wijken. Van huis uit zeer gevoelig voor kleine details die altijd het grote verschil uitmaken, had ze uit voorzorg laten weten dat het geen gestampte pot moest zijn maar echte husselpot - zoals die vroeger bij haar thuis op het platteland werd gemaakt.

Mijn vrienden tastten volledig in het duister en vroegen mij om in te springen. ‘Denk erom’, zeiden ze nog eens voor alle zekerheid, ‘het moet wel echte husselpot zijn’. Op de afgesproken avond warmde ik de daags tevoren gekookte klapstuk en husselpot apart van elkaar op in de meegebrachte pannen op een driepits elektrisch fornuis in de stokoude keuken van die prachtige pastorie.
Het feestvarken zat met kaarsrechte rug op een slank designstoeltje uit de jaren vijftig van de vorige eeuw naast een minuscuul tafeltje in die grote, hoge keuken en volgde de gang van zaken achter het fornuis vanuit haar ooghoeken. Onderwijl hield ze zonder haperen de conversatie op hoog niveau gaande.
Voor deze gelegenheid viste ze onderuit een enorme boogvormige keukenkast met geschilderde houten deuren een fles St. Emillion, die ze door de enige man in het kleine gezelschap liet opentrekken.

Toen de wijn zijn vleugels had ontvouwd en klapstuk en husselpot dampend heet waren, vroeg ik aan de enige man of hij het stuk vlees wilde snijden terwijl ik de husselpot opschepte zodat alles snel en zonder af te koelen naar de kamer kon worden gebracht.

Tot mijn opperste verbazing antwoordde hij doodleuk: ‘doe jij dat maar want ik weet niet hoe dat moet’. Zo weet ik nu dat hij echt bestaat, die uitmuntend kokende, zeer bereisde, erudiete man van de wereld die geen groot stuk vlees weet aan te snijden. En overbuurvrouw? Die at als een wolfje twee enorme porties husselpot met vijf flinke plakken klapstuk en deed goed mee met de wijn. Een verbazingwekkende avond.


Het bijbehorende recept vind je hier
Dit artikel afdrukken