"De vleesconsumptie is historisch laag", juicht Wakker Dier op Dierendag. Waarbij je 'historisch' met een korreltje zout mag nemen, want dat heeft betrekking op de onderzoeksreeks sinds 2005, toen Wageningen Economic Research (WEcR) in opdracht van de dierenrechtenorganisatie de vleesconsumptie ging onderzoeken. En ook al is die vleesconsumptie in 2022 met gemiddeld 37,5 kilo per hoofd van de bevolking een halve kilo minder dan een jaar eerder, we eten nog steeds veel vlees.
In 2022 daalde de totale consumptie van vlees en vleeswaren per hoofd van de bevolking in Nederland naar 75,0 kilo, blijkt uit de jaarlijkse rapportage door Wageningen Economic Research (WEcR) in opdracht van Stichting Wakker Dier. Dat is een kilogram minder dan in 2021 en inderdaad, het laagste vleesconsumptiecijfer sinds de eerste editie van dat onderzoek in 2005. Overigens rekent WEcR in 'karkasgewicht', inclusief botten dus. Dat vertaalt zich in ruwweg de helft van dat gewicht dat als vlees in je mond komt. Wakker Dier rekent het om in dieren: die halve kilo minder komt overeen met 6 miljoen minder geslachte dieren. Op de circa 540 miljoen dieren die Nederland in 2022 slachtte is dat speldenprik van net iets meer dan één procent. Het varken heeft pech, want het pondje bestaat uit 300 gram kip en 150 gram rund.

"Eten Nederlanders ‘historisch weinig’ vlees of slechts ietsje minder?", vraagt Trouw naar aanleiding van het rapport. Beide beweringen zijn waar: die 37,5 kilo is het laagste vleesgewicht sinds de eerste rapportage in 2005. Maar kijk je naar de ontwikkeling over die 18 jaar, dan blijft die nog altijd behoorlijk stabiel tussen de 75 en 80 kilo karkasgewicht en zijn we even iets minder vlees gaan eten.

Dat is onverwacht, zegt WUR-onderzoeker Hans Dagevos. Vlees is namelijk flink duurder geworden het afgelopen jaar, gemiddeld zo'n 17%. "Eerder onderzoek naar consumentengedrag laat zien dat als vlees zo’n twintig procent duurder wordt, dat de vraag dan echt begint te dalen.” Dan is een halve kilo minder per persoon per jaar – ruim 1% minder - vrij weinig. Het inflatiedenken van Dagevos wordt ondersteund doordat Nederlanders vooral minder kip en rund gingen eten, terwijl de consumptie van varkensvlees ongeveer gelijk bleef. Varkensvlees steeg afgelopen jaar relatief minder in prijs.

Dé grote vraag is natuurlijk of de vleesconsumptie ook de komende jaren zal blijven dalen. Niet alleen is dat beter voor het klimaat - minder vlees eten is één van de meest effectieve maatregelen die een consument kan nemen om klimaatwinst te boeken - maar het is ook gezonder. Nederlanders eten méér vlees dan de 26 kilo die het Voedingscentrum aanbeveelt.

"We eten nog steeds ongezond veel vlees. Maar er is duidelijk een daling ingezet. Nu is het zaak om door te pakken,” zegt Collin Molenaar van Wakker Dier. Dat past ook bij de 'eiwittransitie' waar de Nederlandse overheid op inzet; het streven naar een verhouding van 50% dierlijke en 50% plantaardige eiwitten in 2030. Nu is die verhouding nog 60% van de eiwitinname uit dierlijke producten en 40% uit plantaardige bronnen. Volgens Dagevos is dat haalbaar, als we de komende jaren 2 kilo vlees per jaar minder gaan eten. Dagevos heeft het over karkasgewicht. In vlees is dat de helft.

Supermarkten en de overheid zouden een grotere rol kunnen spelen in het bevorderen van minder vleesconsumptie, onder andere door prijsstelling (minder stunten met vlees in de aanbieding) en beleidsmaatregelen zoals een vleestaks. Hoe hoog die moet zijn, is een boeiende vraag. Sinds juni 2020 steeg de gemiddelde prijs van vlees voor consumenten met 23% en dat leverde, zoals we hierboven zagen, 1% minder consumptie op.