Bezorgdheid over klimaatverandering is de belangrijkste reden voor grote beleggers om bepaalde bedrijven van hun portefeuilles uit te sluiten. Dat blijkt uit de Financial Exclusion Tracker, een lijst opgesteld door een coalitie van ngo’s en het Nederlandse onderzoeksbureau Profundo.
Voor het opstellen van de Financial Exclusions Tracker nam een coalitie van non-profit milieu- en duurzaamheidsgroepen, waaronder Friends of the Earth Netherlands, Fair Finance International samen met het Nederlandse onderzoeksbureau Profundo, de investeringen van 150 pensioenfondsen, banken en verzekeringsmaatschappijen onder de loep. Ze keken met name naar de mate waarin financiële groepen de zogeheten ESG-kwesties ('environmental', 'social' en 'governance', ofwel milieu, maatschappij en goed bestuur) mee laten wegen in hun investeringsbeslissingen. Met de openbare lijst hoopt de coalitie extra druk uit te oefenen op de genoemde bedrijven om hun praktijken te veranderen.

Het rapport identificeert 4.532 bedrijven die actief zijn uitgesloten door 87 financiële instellingen in 16 landen. We bladerden er doorheen en vonden onder meer Sligro Food Group, Ahold Delhaize, de wereldwijd grootste retailer Walmart (VS), de Franse retailer Carrefour, Bayer en Cargill en nog talloze andere bedrijven waar de massa's de producten van kopen.

De belangrijkste reden om bedrijven uit te sluiten van hun portefeuille blijkt bezorgdheid over klimaatverandering. Investeerders zijn zich de afgelopen jaren zorgen gaan maken over de financiële risico's van klimaatverandering, omdat ze vrezen dat bedrijven die zich niet of onvoldoende voorbereiden op de overgang naar een groenere economie moeilijk te verkopen zullen zijn. Van de uitsluitingen heeft 40% betrekking op klimaatverandering, zo'n 17% is ingegeven door zorgen over bedrijven die betrokken zijn bij wapenproductie, terwijl tabak goed is voor 12%.

Klimaatverandering valt in zowel 'environmental' als in 'social', vanwege de relatie met mensenrechtenschendingen (denk aan de klimaatprocessen tegen bijvoorbeeld Shell en overheden). Tot de bedrijven die het meest worden uitgesloten door investeerders en banken vanwege hun investeringen in fossiele brandstoffen behoorden Cenovus Energy, Suncor en ExxonMobil. (Het meest uitgesloten bedrijf is overigens de Zuid-Koreaanse wapenfabrikant Poongsan Corporation, die door 75 investeerders en banken is uitgesloten.)

De tracker "laat zien dat fossiele brandstoffen een 'zonde'-industrie aan het worden zijn", zegt Ward Warmerdam van Profundo in de Financial Times. "Dat zou het olie- en gasbedrijven zou moeten aansporen om hun inspanningen voor energietransitie te versnellen met concrete en onmiddellijke acties om te voorkomen dat ze investeerders verliezen".

Diverse beleggingsinstellingen hebben al concrete stappen gezet of aangekondigd. Zo staan bij het Noorse staatsoliefonds, 's werelds grootste investeringsfonds dat de duizelingwekkende som van $1,4 biljoen (1.400 miljard) belegd heeft, Cenovus en Suncor op de uitsluitingslijst, onder verwijzing naar hun "onaanvaardbaar hoge" uitstoot van broeikasgassen. Het Nederlandse pensioenfonds ABP verkocht in 2021 de belangen in bedrijven die fossiele brandstoffen gebruiken en de Church of England gaat dit jaar de aandelen in oliemultinationals als Exxon en Shell van de hand doen.

Wie de lijst leest, ziet een groot deel van de bestaande economie verdwijnen. BNR sprak afgelopen week met Karen Maas, bijzonder hoogleraar Accounting en Duurzaamheid en wetenschappelijk directeur van het Impact Centre Erasmus (ICE), over duurzaam beleggen. Zij juicht de stroom 'geld naar de goede dingen' - en dan dus weg van de 'foute' - van harte toe.