Uit een inventarisatie van 23.000 producten blijkt dat enkele tientallen supermarktproducten genetisch gemodificeerde ingrediënten bevatten. De commissie voor genetische modificatie (Cogem) ontdekte dit bij een uitgebreide inspectie van twintig supermarkten. Landbouweconoom Rico Ihle van Wageningen Universiteit leidde het onderzoek. Hij stelt dat dit de eerste keer is dat een inventarisatie van deze omvang werd uitgevoerd.
De EU is streng op GMO’s, zeker voor wat de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen betreft. De import en verkoop van een aantal GMO-gewassen is wel toegestaan door de Europese Commissie. Lidstaten mogen zelf besluiten GMO-gewassen op hun grondgebied te verbieden, maar in de praktijk blijkt dit moeilijk uitvoerbaar door het vrije goederenverkeer binnen de EU. Het gaat vaak om gewassen zoals maïs, soja, suikerbiet en katoen, die met genetische aanpassing resistenter gemaakt zijn tegen ziekten of plagen. De Europese Commissie gaat bij dit soort goedkeuringen uit van adviezen van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) dat de gewassen veilig zijn.

De producten in de Nederlandse supermarkten met GMO-ingrediënten zijn legaal, zolang de ingrediënten maar op de verpakking staan. De onderzoekers troffen in de categorie snoep, koekjes en chips in 5 verschillende controlerondes 10 tot 23 producten aan met GMO-ingrediënten. In de categorie bakoliën en plantaardige vetten kwam het aantal uit op 6 producten gedurende alle controlerondes. De onderzoekers willen niet zeggen om welke merken en producten het precies gaat, maar eerder onderzoek toonde GMO-ingrediënten aan in onder andere geïmporteerd bewerkt voedsel, zoals Ligo-kaaszoutjes en Reese’s Nutrageous notenrepen. In de overige 4 categorieën (meel, mayonaises, margarines en maïs- en sojaproducten) werden geen producten met GMO-ingrediënten gevonden.

Milieubewegingen en de biosector verzetten zich fel tegen GMO’s. Biologische organisaties vrezen dat versoepeling de deur openzet voor grootschalige GMO-productie en verkoop zonder duidelijke etikettering, waardoor consumenten niet weten wat ze kopen.

Consumenten en supermarkten blijken er nou juist geen punt van te maken. Uit interviews met supermarktmanagers bleek dat klanten nauwelijks vragen stellen over genetisch gemodificeerd voedsel.

Onderzoeker Ihle had eigenlijk verwacht veel meer GMO-producten te vinden. Nederland is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland, erg innovatiegericht. Daarnaast had de commissie verwacht als gevolg van de oorlog in Oekraïne meer GMO-producten in de schappen te vinden, maar daar is geen sprake van. Door de oorlog in Oekraïne schoten de graanprijzen omhoog. Het zou logisch zijn geweest als supermarkten op zoek gingen naar andere, goedkopere leveranciers. “Misschien speelde mee dat het aanpassen van de inkoopketens ook weer kosten met zich meebrengt”, verklaart Ihle.

Ihle hoopt het onderzoek te kunnen herhalen over een aantal jaar. “Wellicht zien we dan wél veranderingen door de tijd.”