Bieden keurmerken echt garantie op duurzaamheid? Dat was de centrale vraag van onze serie Wat is een keurmerk. Bedrijven konden zich lange tijd verschuilen achter onduidelijke keurmerken. De Europese Commissie brengt daar verandering in. Ze wil bewijs zien van daadwerkelijke duurzaamheid.
Met regelmaat onthult een milieuactiegroep of journalist dat een duurzaam label niet waarmaken wat het belooft. Zo bleek het Better Cotton Initiative betrokken bij illegale ontbossing in Brazilië en zou het Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) te weinig tegen ontbossing doen. Daarom ontwikkelde Milieu Centraal in Nederland de Keurmerkenwijzer.

Met een keurmerk kunnen bedrijven zich gemakkelijk en met weinig werk profileren. Door te verwijzen naar een keurmerk hoeven de bedrijven tot op heden zelf minder onderzoek te doen. Michiel van Yperen, duurzaamheidsmanager bij GS1, ziet de uitdagingen. “Bedrijven willen kosten besparen en omzeilen daardoor soms de regels. Voldoen aan de certificeringseisen kost geld. Er zullen altijd bedrijven zijn die de kantjes er vanaf lopen.”

Nieuwe wetgeving
De nieuwe Europese ketenzorgplicht, vastgesteld in de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) gaat nog een stapje verder dan de CSRD. De CSDDD verplicht bedrijven om misstanden in hun ketens aan te pakken. Bedrijven moeten niet alleen rapporteren, maar ook daadwerkelijk zorgen voor ketentransparantie.
Daarnaast is er een nieuwe anti-ontbossingswet. Bedrijven die in Europa producten willen verkopen die vaak met ontbossing worden geassocieerd, moeten feitelijk aantonen dat er geen ontbossing heeft plaatsgevonden. Een keurmerk alleen is niet meer genoeg.

Innovatie en experimenten
Unilever gebruikt inmiddels AI en satellietbeelden om ontbossing op te sporen. Ook zet het bedrijf blockchaintechnologie in om de herkomst van grondstoffen te traceren. Bedrijven aangesloten bij GS1 werken aan een digitaal productpaspoort dat via een QR-code inzicht biedt in de hele productieketen.

Andere bedrijven verkleinen het aantal leveranciers en hopen zo meer controle te krijgen. Maar dit kan ook nadelige effecten hebben, zoals het doorschuiven van problemen naar landen met minder strenge wetgeving. Zakenbank Bernstein wijst op de palmolieketen. Bedrijven als Unilever en Procter & Gamble verminderden hun gebruik van niet-duurzame palmolie deels door merken af te stoten en anderen met de verantwoordelijkheid te laten zitten. Daar wordt het regenwoud niet beter van.