Denemarken gaat als eerste land ter wereld een koolstoftaks invoeren voor de melk- en vleesbedrijven in de landbouwsector. Nieuw-Zeeland had eigenlijk de primeur, maar stopte er weer mee.
Vanaf 2030 betalen Deense boeren 300 kronen (€40) per ton CO2-equivalent. In 2035 stijgt dit naar 750 kronen (€100). Door hogere aftrekposten blijven de reële kosten lager: 120 kronen (€16) in 2030 en 300 kronen (€40) in 2035. Voor een melkkoe zal de Deense veehouder een kleine €100 euro kwijt zijn in 2030, uitgaande van een uitstoot van circa 6 ton per dier. In 2035 zullen melkveehouders €240 per jaar per dier moeten aftikken.

Het Deense kabinet stelt €5,3 miljard beschikbaar om de invoering te ondersteunen. Dit bedrag wordt gebruikt voor flankerend beleid, herbebossing van 250.000 hectare landbouwgrond en braaklegging van 140.000 hectare drasland. De nieuwe belasting moet in 2030 voor een CO2-reductie van 1,8 miljoen ton zorgen. Dit helpt Denemarken om zijn klimaatdoel van 70% minder uitstoot te behalen.

Minister van Economie Stephanie Lose noemt de overeenkomst een basis voor een historische reorganisatie van de Deense land- en voedselproductie. Denemarken is een grote exporteur van varkensvlees en zuivelproducten; de landbouwsector is goed voor 46% van de berekende nationale uitstoot omdat Denemarken - net als Nederland - een voor de omvang van het land flinke veestapel heeft. Wereldwijd wordt de veehouderij verantwoordelijk gehouden voor 11% van de koolstofemissies.

Critici, zoals Inger Støjberg van de oppositiepartij Danmarks Demokraterne, vrezen voor het verlies van duizenden banen en hogere kosten voor consumenten. De prijs van 500 gram vlees zal met 1 kroon (€0,13) stijgen. Het vlees zal ook duurder worden dan dat uit andere landen die geen koolstoftaks heffen.

De onderhandelingen over de belasting begonnen in februari en zijn nu afgerond. Ze werden gevoerd tussen de Deense Landbouw- en Voedselraad, de Deense Vereniging voor Natuurbehoud, de Deense Voedselfederatie (NNF), de Deense Metaalwerkersbond en de Confederatie van de Deense Industrie. Het parlement moet nog over het plan besluiten, maar naar verwachting zal het plan worden goedgekeurd.

Minister van Belastingen Jeppe Bruus denkt dat andere landen zich door Denemarken zullen laten inspireren. Nieuw-Zeeland had eigenlijk in 2022 al de primeur, maar zette die plannen weer in de koelkast na kritiek van boeren en een regeringswissel.