Palingroker Jan Smit heeft de palingcultuur in Volendam sterk zien veranderen sinds de jaren zeventig. Waar vroeger 45 boten uitvoeren om paling te vangen, zijn dat er nu nog slechts 2. De afname in palingpopulatie is alarmerend. Volgens het Wereld Natuur Fonds is de palingstand sinds de jaren zestig met 90% gedaald. De soort staat nu als ‘ernstig bedreigd’ op de rode lijst van de IUCN. Oorzaken zijn vangst, dammen, waterkeringen en verontreiniging. Volendam hoopt door onderzoek te doen naar de voortplanting al jaren op een doorbraak.
In de gehele Europese Unie mag gedurende 6 maanden geen paling meer gevangen worden. Wetenschappers en natuurorganisaties raden het eten van de paling helemaal af.
De meeste paling in viswinkels komt uit kwekerijen, die glasaaltjes (babypalingen) opkweken tot grote palingen. Die glasaaltjes worden met name door Franse en Spaanse vissers uit zee gevist, maar de hoeveelheid glasaaltjes die jaarlijks aankomt stromen neemt af.

Het gebrek aan kennis over de voortplanting maakt het moeilijk om de palingpopulatie te beschermen. De voortplanting van palingen blijft een mysterie, geen mens heeft ooit een paling zien paaien. Wetenschappers vermoeden dat ze zich voortplanten in de Sargassozee, een stuk van de Atlantische Oceaan ten oosten van Bermuda. Daar komen uit bevruchte eitjes piepkleine larven zonder ogen en kaken. Na een paar weken veranderen deze larven in wilgenbladlarven. Die reizen vervolgens duizenden kilometers mee op de Golfstroom in de oceaan. Dichter bij de kust ondergaan de wilgenbladlarven nog een metamorfose tot glasaal.

Onderzoekers en bedrijven doen er alles aan om de voortplantingscyclus in beeld te brengen en na te bootsen.

Zo bond de Belgische marine bioloog Pieterjan Verhelst een zender vast aan naar zee zwemmende palingen, om de weg die de palingen afleggen te reconstrueren. Het bedrijf Glasaal Volendam probeert palinglarven op te kweken naar glasaaltjes en uiteindelijk grote palingen. Bioloog Petra van Dijk van de Universiteit van Leiden legde in 2015 al uit: “We zijn inmiddels in staat om larven te produceren en in leven te houden. Nu is het zaak om te onderzoeken wat de juiste omstandigheden zijn voor de larven om te groeien tot glasaal.”

Succes zou betekenen dat de palingpopulatie zich in natuurlijke wateren kan herstellen, zonder afhankelijk te zijn van wilde paling. Palingroker Jan Smit hoopt dat de doorbraak snel komt: “Het gaat ze vast lukken om glasaal te kweken. Dan zwemt het IJsselmeer snel weer vol met vette paling, hoop ik.”