Vandaag kwam via diverse media de oproep van Europarlementariër Kartika Liotard in de openbaarheid. Zij dringt er bij de Europese Commissie op aan snel actie te nemen tegen de kankerverwekkende stof 3-MCPD in o.a. margarines. Volgens een vorige week verschenen rapport van de EFSA zouden met name (jonge) kinderen en ouderen mogelijk teveel van deze stof binnenkrijgen.
Zojuist reageren het Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) en de Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF) op het EFSA onderzoek naar 3-MCPD en 3-MCPD esters. In eerste instantie wijst de MVO-woordvoerder telefonisch op het enigszins vertekende beeld dat Liotard schetst: er is bij 8 van de onderzochte 64 bevolkingsgroepen sprake van een mogelijke overschrijding van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid, maar die treedt pas op vanaf het 'het 95e percentiel', ofwel voor 5 procent van die groepen. Verder hecht MVO eraan met een genuanceerde en vooral 'brede' reactie vanuit de sector te komen. Die volgt hieronder.
In een reactie benadrukken MVO en BNMF dat voedselveiligheid de allerhoogste prioriteit heeft in de oliën- en vettensector. De producenten van plantaardige oliën en vetten, en de margarineproducenten in Nederland zetten zich actief in voor kwalitatief hoogwaardige producten voor consumenten, zeker als het gaat om veiligheid en gezondheid.
ESFA-onderzoek
De Nederlandse oliën- en vettensector vindt het EFSA- rapport over 3-MCPD en 3-MCPD esters zeer waardevol. 3-MCPD en 3-MCPD esters zijn verbindingen die onbedoeld ontstaan tijdens de raffinage van plantaardige oliën en vetten. Deze verbindingen kunnen worden gevonden in levensmiddelen die plantaardige oliën en vetten in hun receptuur bevatten. Voor het onderzoek werd gebruik gemaakt van Europese gegevens die tussen 2009 en 2011 werden verzameld.
Er is al veel bekend over 3- MCPD, maar naar de vorming en werking van 3- MCPD esters is meer onderzoek nodig. Door de MVO-sector wordt op internationale schaal veel geïnvesteerd in het continu verbeteren van de productieprocessen en het ontwikkelen van gevalideerde analysemethodes die de
aanwezigheid van 3- MCPD esters in voedingsmiddelen accuraat kunnen bepalen. Sinds bekend is dat 3-MCPD en 3- MCPD -esters in oliën en vetten voorkomen, ontwikkelt de sector actief methodes om de waarden van 3- MCPD esters terug te dringen. De afgelopen jaren zijn deze methodes verder verbeterd, maar nader onderzoek blijft nodig. De sector werkt hierin nauw samen met Europese brancheorganisaties als FEDIOL en IMACE en met de FAO/WHO commissie JECFA.
Consument
Uit het EFSA- rapport blijkt dat de inname van 3-MCPD bij de meeste mensen veel lager ligt dan de maximale aanbeveling van nationale en internationale voedselautoriteiten (EFSA / JECFA). Het rapport geeft echter tevens aan, dat voor een kleine groep consumenten (jonge kinderen en ouderen die meer
eten dan gemiddeld) de blootstelling aan 3-MCPD hoger kan uitvallen dan de aanbeveling. De sector neemt deze bevinding zeer serieus en zal het onderzoek verder intensiveren.
Voor de consument leidt het EFSA-rapport voorlopig niet tot andere voedingsadviezen. EFSA geeft aan dat het gaat om een eerste onderzoek en dat meer wetenschappelijk onderzoek nodig is. EFSA roept lidstaten, onderzoeksinstituten en de industrie op om hierin samen op te trekken. De MVO sector heeft hieraan zijn medewerking toegezegd.
Fotocredits: Kjetill Ree
Dit artikel afdrukken
In een reactie benadrukken MVO en BNMF dat voedselveiligheid de allerhoogste prioriteit heeft in de oliën- en vettensector. De producenten van plantaardige oliën en vetten, en de margarineproducenten in Nederland zetten zich actief in voor kwalitatief hoogwaardige producten voor consumenten, zeker als het gaat om veiligheid en gezondheid.
ESFA-onderzoek
De Nederlandse oliën- en vettensector vindt het EFSA- rapport over 3-MCPD en 3-MCPD esters zeer waardevol. 3-MCPD en 3-MCPD esters zijn verbindingen die onbedoeld ontstaan tijdens de raffinage van plantaardige oliën en vetten. Deze verbindingen kunnen worden gevonden in levensmiddelen die plantaardige oliën en vetten in hun receptuur bevatten. Voor het onderzoek werd gebruik gemaakt van Europese gegevens die tussen 2009 en 2011 werden verzameld.
Er is al veel bekend over 3- MCPD, maar naar de vorming en werking van 3- MCPD esters is meer onderzoek nodig. Door de MVO-sector wordt op internationale schaal veel geïnvesteerd in het continu verbeteren van de productieprocessen en het ontwikkelen van gevalideerde analysemethodes die de
aanwezigheid van 3- MCPD esters in voedingsmiddelen accuraat kunnen bepalen. Sinds bekend is dat 3-MCPD en 3- MCPD -esters in oliën en vetten voorkomen, ontwikkelt de sector actief methodes om de waarden van 3- MCPD esters terug te dringen. De afgelopen jaren zijn deze methodes verder verbeterd, maar nader onderzoek blijft nodig. De sector werkt hierin nauw samen met Europese brancheorganisaties als FEDIOL en IMACE en met de FAO/WHO commissie JECFA.
Consument
Uit het EFSA- rapport blijkt dat de inname van 3-MCPD bij de meeste mensen veel lager ligt dan de maximale aanbeveling van nationale en internationale voedselautoriteiten (EFSA / JECFA). Het rapport geeft echter tevens aan, dat voor een kleine groep consumenten (jonge kinderen en ouderen die meer
eten dan gemiddeld) de blootstelling aan 3-MCPD hoger kan uitvallen dan de aanbeveling. De sector neemt deze bevinding zeer serieus en zal het onderzoek verder intensiveren.
Voor de consument leidt het EFSA-rapport voorlopig niet tot andere voedingsadviezen. EFSA geeft aan dat het gaat om een eerste onderzoek en dat meer wetenschappelijk onderzoek nodig is. EFSA roept lidstaten, onderzoeksinstituten en de industrie op om hierin samen op te trekken. De MVO sector heeft hieraan zijn medewerking toegezegd.
Fotocredits: Kjetill Ree
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dick #15: wat heeft ons RIVM gedaan sinds de EFSA en Foodlog hier in 2013 over schreven? Waarom zijn de concentraties 3-MCPD nog steeds niet bepaald? Want dát 3-MCPD schadelijk is staat vast, de conclusie om aan te geven HOE schadelijk producten met bijvoorbeeld palmolie (margarine, sauzen, bakkerswaren etc) daadwerkelijk zijn is pas te trekken als de concentratie in Rotterdam gemeten wordt.
Waarom heeft ons RIVM dat nog niet gedaan?!? Hebben ze bijna 3 jaar gedaan over het bestuderen van de data van RIKILT en nog steeds géén monsters onderzocht in de haven?!? Hoe moeilijk kan het zijn? Wat heb je dan aan zo'n Rijksinstituut dat geacht wordt de Volksgezondheid te bewaken? Of is het RIVM bang tot de conclusie te (moeten) komen dat Rotterdam ongezonde rotzooi invoert en over Europa verspreidt, met alle economische gevolgen van dien (voor de haven maar ook voor Unilever)?
Afijn, lees de volledige RIVM-conclusie hieronder. Ze stellen een doel (maar leggen de lat niet te hoog, een beetje 'schatten' is genoeg, "the aim was to estimate") maar wachten in feite tot de EFSA gaat meten, de EFSA moet de vuile margarine-was dan maar buiten hangen...
The aim of the present study was to estimate the exposure to 3-MCPD based on the analytical data generated by RIKILT in 2013 and 2015. On average 18% of young children aged 2 to 6 had an intake exceeding the TDI for 3-MCPD. Seven-year-olds had the highest intake per kg bw, and 35% of this age group had an intake above the TDI. Thereafter, the intake decreased: from the age of 17 less than 5 % of the population had an intake above the guidance value.
The dietary exposure assessment was based on very limited concentration data. Due to this, the mapping of analysed foods to those consumed was subject to assumptions that may have resulted in an over- or underestimation of the exposure. As far as possible, conservative choices were made to avoid underestimation of the exposure, but given the few foods analysed per relevant food group and the large variation in concentrations observed in some of the food groups, it cannot be concluded conclusively that the exposure estimates were conservative. Due to this, and exposure estimations that were close or exceeding the TDI during childhood, no properly substantiated conclusions regarding health risk could be drawn. More analyses of 3- MCPD in foods are needed to determine the exposure to 3-MCPD. For this, the sampling strategy as defined by the JRC could be used as a guideline (Wenzl et al., 2015), in combination with information on actual foods consumed as recorded in the Dutch food consumption database.
Based on the concentration data produced by the JRC (Wenzl et al., 2015), EFSA is currently performing a risk assessment to 3-MCPD which is expected to be published in 2016. Since most palm oil is imported in Rotterdam, refined in the Netherlands and, subsequently, distributed all over Europe6, we expect that the concentrations of 3-MCPD that will be used in the exposure assessment by EFSA may not be very different from comparable foods available on the Dutch market. As soon as these data become available, it may bpe worthwhile to compare the concentrations used by EFSA with those used in the present study and to determine whether an exposure assessment using the concentration data of EFSA will result in improved exposure estimates compared to the present study.
Maagsappen bevatten ook zoutzuur van nature.
Velen lezen dit stuk vandaag vanwege een nieuw onderzoek van het RIVM, drie jaar na dat van de EFSA. Opnieuw luidt de conclusie: nader onderzoek is nodig omdat gegevens ontbreken, derhalve kunnen geen duidelijke uitspraken worden gedaan.
@13: te gevaarlijk Tom... beter met stokjes en een lepel... of met gewassen handen ;)
#3, met mes en vork?