Nee, het woord 'metropolitane parken' moeten we maar vergeten. Er blijven gewoon koeien in het Groene Hart. Dat zei minister Gerda Verburg tegen ongeruste boeren in het door verstedelijking bedreigde gebied tussen de Randsteden. Toch blijft het woord wel zo staan in de nota's die het natuurlijk precies zo bedoelen als ze het zeggen.

Verburg noteert een conditie: de tussen de huizen, wegen en andere bebouwing resterende boeren en koeien moeten kunnen concurreren met boeren elders in het land. De redactie denkt dat deze boeren het beter gaan doen dan in de rest van het land. Pret- en ontspanningsparken met 'boer'nijs' en 'streeckproduckten' doen het immers beter. Is het toeval dat de ex-baas van de Efteling nu verantwoordelijk is voor de Taskforce Multifunctionele Landbouw?

De inmiddels al heel lang vergeten cabaretier Henk Elsink had ooit een act over de laatste boeren in ons stadteland die om de mensen te vermaken nog net deden alsof ze melken. Is het zo gek dat een commentator op de site van het AGD schrijft:Dit worden boeren herkenbaar aan hun groene petje. "Henk Elsink" boeren. Om 7 uur rammelen zij flink met de bussen. De koeien worden nepkoeien van rubber. De hele dag rijden bussen vol met Jappen over het erf. Tegen 17.00 uur stappen de bedoelde boeren op de fiets en gaan naar huis.

Get real, is de boodschap. Het is echte planologentaal. Als ze ver in de wei staan, zie je op je weekendfietstocht trouwens geen verschil tussen nep- en echte koeien.
Dit artikel afdrukken