Op het gevaar af zot verklaard te worden – hoezo gevaar eigenlijk? – wil ik iets zeggen over tabak. Hoe lekker dat ruikt!
Het roken van tabak is officieel in de ban en wie rookt is een paria. Ik rook niet maar ben het met de ban op rokerij niet eens, alleen de sigaren van Mac van Dinther van de Volkskrant, ja die stinken.
Maar daar wil ik het hier niet over hebben.
Ik heb in het verleden iets laatdunkends gezegd over chefs die zonodig iets met tabak dachten te moeten doen in gerechten. Schaam me dood. Want ik wist niet wat ze deden, maar ik dacht meteen dat het aandachttrekkerige aanstellerij was omdat tabak zo een heikel ingrediënt is geworden.
Daar denk ik anders over. Toeval.
Ik kreeg takjes aangeboden ter bestrijding van kippenluis.
Ik denk de middennerven van tabaksblad. Of het helpt tegen de luis op mijn kippen weet ik niet maar wat ruikt zo’n bosje takjes lekker. Ik kan er niet afblijven en ruik er de hele dag aan. Om eenherinnering ook. We fietsten veel, vroeger, groot gezin, auto geen denken aan. In de omgeving van waar we woonden werd tabak verbouwd. De brede bladeren hingen te drogen. In schuren of op rekken er buiten. Die geur, het was me, kleine snotneus op een kinderfiets, een feest.
De bos takken is het opnieuw en ik vermoed dat je er pasta mee kunt parfumeren.
Weet iemand van de foodloglezers er iets van en is er hulp in deze?
Dit artikel afdrukken