'Gewoonlijk wordt naar de obesogene samenleving gekeken vanuit het idee van ziekte. Maar wij kijken naar de andere kant: wat maakt dat sommige mensen gezond eetgedrag vertonen en voldoende bewegen? Het zal geen verbazing wekken dat het mensen zijn die goed in hun vel zitten. En dat is ons vertrekpunt’, stelt Vaandrager. Door gezondheid te definiëren als welbevinden wordt eetgedrag vanuit een breed perspectief bekeken, meent de hoofddocent Gezondheid en maatschappij. Sociale relaties en een duurzame groene omgeving spelen dan een belangrijke rol.
Relatie tussen groen en overgewicht
Een voorbeeld zijn de groene, natuurlijke speelplaatsen voor kinderen waar schommel en wip zijn vervangen door natuurlijke materialen, groen en water. De kinderen die er spelen bewegen meer en hebben meer lol dan kinderen die spelen in een speeltuin of sporthal, zo blijkt uit onderzoek van Agnes van den Berg van Alterra. En in een nog niet gepubliceerd onderzoek van Alterra vond Sjerp de Vries een zwak verband tussen buitenspelen in een groene omgeving en overgewicht bij jongens. In dit onderzoek rapporteerden ouders in een groene omgeving tevens een betere gezondheid van al hun kinderen, zowel jongens als meisjes. Buitenspelen lijkt meer te zijn dan alleen energieverbruik. En al vertaalde het toegenomen welbevinden zich niet altijd in vermindering van overgewicht, toch is er volgens Vaandrager winst te halen.
Smaaklessen
Om resultaat te boeken moeten alle omgevingsfactoren meewerken. Het Britse kookfenomeen Jamie Oliver liet bijvoorbeeld zien dat het aanbod gezonde voeding op scholen afhankelijk is van het personeel en dat het tijd en geld kost om dit te verbeteren. Vaandrager: "Er zit een hele keten achter en dat maakt het voor het individu moeilijk om te veranderen. Toch denk ik dat bijvoorbeeld smaaklessen op school heel zinvol zijn."
Te negatieve insteek
De nadruk moet volgens Vaandrager liggen op de positieve kanten van eten, bewegen en duurzaamheid. Maar in de obesogene samenleving kiezen de media volgens Vaandrager vaak voor de negatieve insteek. Er wordt ingezoomd op allerlei gezonde stofjes, en tegelijk wordt met een gij-zult-nietvingertje gezwaaid. In de media wordt van overgewicht zo'n groot en ingewikkeld probleem gemaakt dat mensen afhaken. Terwijl de achterliggende boodschap heel eenvoudig is: minder eten en meer bewegen.
Onduidelijke boodschap van de wetenschap als excuus
Ook de voedingswetenschap helpt niet mee door de ene dag dit, en de andere dag het tegenovergestelde te beweren. Volgens Vaandrager bestaat het gevaar dat mensen de onduidelijkheid als excuus gaan gebruiken. ‘Het zal wel, is dan de gedachte bij het volgende advies, en zo wijzen ze de verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid af.’ De verantwoordelijkheden moeten weer in balans worden gebracht, meent Vaandrager. Alleen dan kan het individu de obesogene samenleving aan.
bron: Wageningen UR, met dank aanfoodholland
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
dat een groene omgeving prikkelt tot beweging en gezonder leven, klopt wel. speelkooien (staal/beton) in een stad nodigen eerder uit tot hangen/sociaal contact, dan tot sportieve actie. in een park wordt eerder 'rottigheid' uitgehaald, dat in zoverre positief is, dat de actie op een hoger bewegingsniveau ligt; zelfs al is dat destructieve sportieve actie zoals takken van bomen breken.
je zou dus jeugd/mensen moeten prikkelen tot activiteit door de omgeving. maar dan struikel je al gauw over het totaalconcept van de stad.
ik kan mijn dictaat van Alexander Mitscherlich over de hoedanigheid van de stad (Die Unwirtlichkeit unserer Städte) niet vinden, maar nog steeds vragen we ons onvoldoende af, in hoeverre de stad als leefomgeving verstandig is. (nog los van de huidige gettovorming onder allochtone minderheden)
dat zou een vergelijkend onderzoek (misschien is dat er, ailko ?) van platteland (groen) versus stad (beton) uit moeten wijzen. mij valt op dat in mijn dorp (3.000 inw.) er relatief weinig dikke kinderen/volwassenen rondlopen, maar in terneuzen al duidelijk meer. van invloed kan natuurlijk ook zijn dat randmilieus in de stad zich anoniemer laten gaan qua junkfood, en in een dorp er de prikkel tot zelfcorrectie, door de veel grotere sociale controle, aanwezig is.
persoonlijk wekt het bij mij nog altijd irritatie op, dat de kreet 'betere uitloop' meer gebruikt wordt ten faveure van kippen en varkens, dan voor stadskinderen.