Gisteravond stuurde Sander Janssens me een clip over dikke kinderen uit een show van Theo Maassen. Ik zat er zojuist nog even naar te kijken en viel in een andere. 'Blokjes kaas' heet'ie, maar hij gaat over teveel en bedoeld. Over de vraag of aanbod behoefte stuurt of omgekeerd. We denken het laatste. Het eerste is het geval.

Vroeger had je nog paprika chips en 'gewone'. Nu heb je keuze. Kom je nu bij de super dan ligt er een paar meter, van onder tot boven. De blokjes kaas zijn er voor het gemak (allemaal smakeloos, maar ze zijn er van Emmenthaler tot Beemster en van stopverf tot Old Amsterdam), maar doe het dan ook helemaal, zegt Maassen. En heb je honger, dan mag je weer niet eten uit één van die tientallen handige pakken koekjes die je moet afrekenen. Maar kan ik nog ergens kalfslever vinden als ik dat wil? Of een kant-en-klaar maaltijd die wel smaakt omdat hij niet in de vier fabrieken waar zijn onderdelen langstrokken al zeven keer opgewarmd en afgekoeld is eer ik hem thuis de laatste keer in de magnetron gooi? Of truffelsvan Excellent met 'echte room', maar dan ook echt met echte room?

Dat van die koekjes kan ik begrijpen, maar waarom bedenken - 'bedoelen' - de koeken- en chipsbakkers met hun kruideniers alles en hebben consumenten maar te volgen? Willen consumenten eigenlijk wel chips met uiensmaak of azijn of willen ze wat er ligt omdat het er ligt?
Da's niet zo'n diepe als het lijkt. De vraag is domweg wat we zelf willen en bedoelen, hoe we dat te weten komen en wie we dat laten vertellen aan die bedenkers.




Dit artikel afdrukken