Logisch, want een paar kilo meer kan het verschil zijn tussen overleven of ten onder gaan. Maar het heeft ook bijwerkingen. Smaak en kwaliteit rennen terug. Tomatentelers weten maar al te goed wat dat betekent. In 1990 haalden ze zich de woede van Duitse consumenten op de hals, die hun producten waterbommen gingen noemen. Een naam met een nare bijsmaak, die tot op de dag van vandaag nog argwaan opwekt bij de kopers van hun producten. Wat maar weer aangeeft hoe moeilijk het is om je imago weer op te poetsen na een misstap. Eens een boef, altijd een boef.
Na die bommen van 1990 is er veel veranderd in tomatenland. Eenderde van de tomatentelers heeft gekozen voor smaakrassen, zoals bijvoorbeeld Campari, beter bekend als Tasty Tom (er zijn inmiddels vele varianten). Tweederde koos voor grovere losse of trostomaten, vleestomaten of pruimtomaten, die in kwaliteit ook veel beter zijn dan de verouderde rassen van voor de rel. De telers die voor smaakrassen hebben gekozen plukken minder kilo’s dan hun collega’s. Tweederde, om precies te
Tuinders zijn doeners en geen praters. Zij hebben hun gloeiende best gedaan om een betere tomaat te telen, maar schreeuwen dat niet van de daken. Nou ja, ze schreeuwen wel, maar spreken dan een andere taal.
Twee jaar geleden hoorde ik al dat sommigen het strijden moe zijn. Zij willen gewoon weer kilo’s plukken, omdat de kleintjes bij nader inzien soms niet het rendement geven dat zij nodig hebben.
Wat zou foodlog doen als het tomaten zou telen en nu moest beslissen wat te doen?
![image](/images/uploads/TOMAAT_Henk_Bouman1.jpg)
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Misschien loont het wel te middelen. Een deel goedkopere bulk en een deel onderscheidende kwaliteit en smaak. Inmiddels hebben consumenten wel het verschil kunnen proeven tussen de diverse rassen. Dan kunnen ze kiezen, goedkopere minder smaakrijke tomaten of duurdere maar smaakrijke tomaten. Voor die laatste zal altijd wel een markt blijven. Het zou kunnen dat de winst van het ene het verlies op het andere opheft. Niet alle eitjes in hetzelfde mandje.
Ik betaal graag meer geld voor een smaakrijke tomaat die ik rauw wil eten. Voor warme gerechten waar tomaten in verwerkt worden, gebruik ik altijd Italiaanse of Spaanse vlezige saustomaten in blik zoals de San Marzano of de Roma. Van goedkope waterbulktomagten kun je geen lekkere saus koken.
Een feit is dat lekkerdere rassen minder kilo's produceren en daarmee ook een hogere kostprijs per kilo hebben. Als de hele tomatensector het zou gaan doen betekent het dat er zeker 20% minder kilo's in Nederland geproduceerd worden. Daardoor kan de telersprijs van de tomaten al van nature omhoog gaan, omdat er schaarste gecreeërd wordt.
Probleem is echter, als je dat doet, zonder iets (heel veel)te doen aan de uitwisselbaarheid, dat we er dan met zijn allen niks mee opschieten en het alsnog afleggen tegen de geïmporteerde kiloknallers.
De haalbaarheid van het overschakelen op lekkerdere rassen op korte termijn is ook minimaal. Voor 2010 ben je al te laat en voor volgende jaren zal er eerst voldoende zaad moeten zijn om sowieso al over te kunnen schakelen.
Als tomatentelers zul je eerst fans en ambassadeurs moeten zien te krijgen en je verhaal moeten vertellen, tot en met de winkelvloer en het aanrecht. Dus op kleine schaal met andere rassen experimenteren, echtemensenmeningen verzamelen, aan de uitstraling van het product werken en investeren in verkoop- en communicatieconcepten.
Maar dan moet het nog aangeboden kunnen worden aan de consument, dat is nog de moeilijkste stap. Met het gaan telen en verkopen van echt onderscheidende tomaten zul je een soort A-merk moeten maken, althans om die herkenbaarheid te kunnen garanderen. Daarmee word je minder uitwisselbaar en weet de tevreden consument waar hij de volgende keer weer naar moet grijpen. Echter de A-merken zijn op hun retour ten kosten van de huismerken lazen we deze week in de krant.
Toch zal er voor iedere lekkere-tomatenplant ook eerst een klant moeten zijn, voordat je hem plant. Want moet je met lekkerdere tomaten de bulkmarkt op, dan krijg je er als teler minder geld voor in plaats van meer en delf je het onderspit. Wat dat betreft is een tomaat net een aardbei.
Dus tijd voor nieuwe verkoop- en communicatieconcepten voor authentieke tomaten en tomatentelers.
Jan, denk je dat het zou helpen als de coöperatie het maken van een eigen merk faciliteert (inpakken, bar(boer)code, branding, verkoopondersteuning) om de hiaten tussen de welwillende teler enerzijds en de markt anderzijds te overbruggen? Het verkopen van boerenspullen langs de kant van de weg is dusdanig kleinschalig dat we daarmee de oorlog niet gaan winnen. Klein verpakte smaakvolle tomaten met naam en toenaam van de teler en diens gedachtegoed als keuze bij verschillende supers kunnen dat wel. Maar om dat te faciliteren heeft de teler een schoenlepel nodig. Een rol die - denk ik - uitstekend vervuld zou kunnen worden door de coöperaties.
Mark, dat faciliteren tussen de teler en de (super)markt gebeurt nu ook al. Voorbeelden zijn StreekSelecties (o.a. Gijs) en Willem & Drees. Dat zijn geen coöperaties maar het is wel een vorm van samenwerking. Bij deze vormen van samenwerking zoekt de faciliterende schakel naar passende producten en ondernemers, zowel bij de telers- als aan marktkant. In verkoopondersteuning, de branding, de boercode, productdiversiteit, enzovoort is daarbij al voorzien.
Bij de gangbare coöperatieve samenwerking komt het initiatief vanuit telersgroepen,zowel op productniveau (bijvoorbeeld een onderscheidend tomatensegment), als een breed assortiment van niet als zodanig herkenbaar onderscheidende en dus makkelijk uitwisselbare producten (bijvoorbeeld Greenery of ZON).
In het eerste geval zouden die telersgroepen met een echt onderscheidend product samen een familieschoenlepel aan moeten schaffen. Dus als een gezamenlijk merk presenteren, met onderliggend authenticiteitsgedachtegoed en transparantiekenmerk.
In het geval van de gangbare coöperatieve organisaties zoals Greenery en ZON, zouden die best wel als familieschoenlepel kunnen fungeren. Of ze dat willen, of ze dat doen en of ze slagvaardig genoeg zijn is een tweede.
Ik vind die tussenfacilitators zoals StreekSelecties en Willem & Drees nog niet zo'n gekke oplossing. Nu alleen nog voor de grotere volumes en bredere verkrijgbaarheid. Dus uitrollen die handel.
Jan, maar ben je het dan niet met me eens dat coöperaties daarvoor de meest voor de hand liggende partijen zijn? Dan heb ik het niet over de Greenery. Sommige coöperaties hebben zelfs een eigen supermarktketen(tje). De link is dan snel gelegd. Niets ten nadele van Willem en Drees en andere initiatieven (ik juich ze van harte toe), maar om te komen tot grotere volumes op korte termijn, is het niet allesomvattend genoeg. 'Uitrollen die handel' is vanuit coops snel te realiseren.