Je had biologisch. Dat was goed. En als het niet biologisch was, dan had je ook 'duurzaam' en was het ook nog wel redelijk OK.
Inmiddels is het duurzaam wat de klok slaat. Niet zo gek, want het is niet zo makkelijk voorstelbaar dat het aantal hectares en stallen waarop en waarin biologisch wordt gewerkt in Nederland ooit boven de 5% uitkomt. Da's een kwestie van centen: het zou-nog-steeds-wel-moeten, maar de markt betaalt het niet en de overheid subsidieert minder en minder.
Iets heel anders is de helderheid van het begrip, 'duurzaam'. Iedereen heeft het tegenwoordig over duurzaamheid. Diezelfde iedereen somt plichtmatig de 3 P's van People, Profit en Planet op. Wat feitelijker denkenden hebben het inmiddels over hun ecologische voetafdruk. Beide manieren van denken moet je natuurlijk toepassen op iedere sector en concreet maken. Op dat punt aangekomen, wordt het meestal verrassend stil.
Ik keek dan ook reikhalzend uit naar de definitie van duurzaamheid op het gebied van landbouw en dierhouderij. Morgen gaat de duurzaamheidsvisie van minister Verburg op Veehouderij naar de Kamer. De nota vind je hier. We zouden hem hier alvast kunnen bespreken.
Misschien is dit een goed perspectief: je bent veehouder en moet in een aantal steekwoorden je duurzaamheidsbeleid formuleren. Wat ga je naar aanleiding van deze nota anders doen, dan je al deed?
Moeilijk misschien als je geen veehouder bent, maar probeer het eens. Ook dat maakt beelden duidelijk.
Dit artikel afdrukken
Inmiddels is het duurzaam wat de klok slaat. Niet zo gek, want het is niet zo makkelijk voorstelbaar dat het aantal hectares en stallen waarop en waarin biologisch wordt gewerkt in Nederland ooit boven de 5% uitkomt. Da's een kwestie van centen: het zou-nog-steeds-wel-moeten, maar de markt betaalt het niet en de overheid subsidieert minder en minder.
![image](/images/uploads/ecologische-footrprint_Verburg.jpg)
Ik keek dan ook reikhalzend uit naar de definitie van duurzaamheid op het gebied van landbouw en dierhouderij. Morgen gaat de duurzaamheidsvisie van minister Verburg op Veehouderij naar de Kamer. De nota vind je hier. We zouden hem hier alvast kunnen bespreken.
Misschien is dit een goed perspectief: je bent veehouder en moet in een aantal steekwoorden je duurzaamheidsbeleid formuleren. Wat ga je naar aanleiding van deze nota anders doen, dan je al deed?
Moeilijk misschien als je geen veehouder bent, maar probeer het eens. Ook dat maakt beelden duidelijk.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
"Minister Gerda Verburg van landbouw kwam vorige week met haar visie op de veehouderij in de toekomst. Akke van der Zijpp van Wageningen Universiteit is van mening dat de nota van de minister veel biedt, maar dat de samenhang ontbreekt.
Akke van der Zijpp is hoogleraar Dierlijke Productiesystemen aan Wageningen Universiteit.
De toekomstvisie van minister Verburg op de veehouderij biedt veel, maar de samenhang ontbreekt. Dat leidt tot kritiek, onzekerheid en gebrek aan acties voor een betere veehouderij in 2022.
De vraag naar dierlijke producten verdubbelt tot 2050, omdat wereldwijd steeds meer mensen dagelijks dierlijke producten willen eten. In de wereld kwam al in 2000 55 procent van het varkensvlees en 72 procent van het pluimveevlees uit intensieve systemen. Het duurt niet lang meer of de helft van het rundvlees en de melk komt ook uit grootschalige intensieve houderijsystemen.
Voor een duurzame en dus efficiënte veehouderij met een breed draagvlak zou Nederland zijn voorbeeldfunctie moeten uitbouwen. Willen we dat, dan hebben we naast gezonde dieren belang bij duurzame productie van veevoer, niet ten koste van tropisch oerwoud, natuurgebieden, watertekort of armoede.
Ik betreur het dat de minister nalaat het kwantificeren van verschillende aspecten van duurzaamheid op te nemen in haar lijst voor onderzoek. Om duidelijkheid te verkrijgen over de trade offs is dat de uitdaging voor heldere besluiten. De minister spreekt van normen, maar die zijn pas vast te stellen als bekend is hoe ze op het systeem als geheel uitwerken.
In de brief wordt weinig aandacht besteed aan het traject voor het hek van het veehouderijbedrijf en er na. Onze intensieve melkvee-, varkens- en pluimveebedriiven kunnen niet bestaan zonder land elders in de wereld te benutten voor voerproductie en energie voor kunstmest. Ongeveer de helft van de grond voor de Nederlandse rundveehouderij ligt buiten Nederland, voor varkens en pluimvee nog meer.
Het is onze uitdaging om met hoge efficiëntie (grondstof besparend) melk, vlees en eieren te produceren. Grond kan in gebruik blijven als tropisch oerwoud en als natuurgebied. Beter voor het klimaat en het welzijn van de lokale bevolking. Onze uitdaging is om aan te tonen, dat in intensieve systemen het dierwelzijn hoog is, dat het meer arbeidsvreugde oplevert en dat we de rest van de wereld en ons land niet met milieuproblemen opschepen.
De burger en consument moeten meer voor duurzaam geproduceerd vlees, melk en eieren over hebben. De trade off is meer natuur, diergezondheid en welzijn, minder opwarming en milieuvervuiling en genieten van gezond eten. Dus toch een visi(oen) waargemaakt?"
bron: agd.nl
In de nieuwsbrief van het AGD vanmorgen een wat verder 'verteerde' gedachte bij de visie van Verburg: een set algemeenheden die voor heel verschillende uitleg vastbaar is.
Verburg verklaart de afwezigheid van duidelijke doelstellingen uit het feit dat zij de sector geen blauwdruk wil opleggen. Zij vertrouwt op de veehouderij, die uit zichzelf die duurzaamheidssprong moet maken. Op zich is het te prijzen dat niet direct maatregelen worden opgelegd, maar de doelen mogen op zijn minst helder en afgebakend zijn. En dan niet alleen voor de producent, maar ook op het gebied van afzet en consumptie. Verburg heeft nog veel werk te verzetten.
Zie verder de site van het AGD.
In lijn met het commentaar vanuit LTO, wordt de zwakte van de visie langzamerhand duidelijk: omdat boeren afhankelijk zijn van de markt, de markt hen niet bepaald in de kaart speelt en de minister vrije marktwerking en de burger als instrumenten gebruikt is er een sprake van flink wat schone woorden die - weliswaar milieuvriendelijk - in de lucht zullen blijven hangen.
Is het ook de klant die bepaalt dat we niet tegen 200 kilometer per uur door de dorpskern mogen scheuren op onze trontinette?
LTO, de overkoepelende boerenorganisatie, reageert:
"De ambities van LNV-minister Verburg voor een duurzame veehouderij zijn hoog en sluiten aan bij trajecten die het bedrijfsleven al eerder heeft ingezet. Er wordt volop geïnvesteerd in vernieuwing op veehouderijbedrijven, die de gewenste doelen dichterbij brengt. Het tempo van de veranderingen wordt in belangrijke mate bepaald door de markt. Waar het sneller moet past een meer stimulerende opstelling van de overheid door middel van financiële prikkels. Bovendien wordt het tempo van vernieuwing ook belemmerd door teveel bureaucratie en hindernissen met de wetgeving op het terrein van het mestbeleid."
Meer op de site van ZLTO
Als je de reactie van LTO goed leest staat daar: eetfabrikanten, retailers en consumenten bepalen de mate waarin duurzaam geproduceerd zal kunnen worden.
Als die het niet doen en ervoor zorgen dat het betaald wordt door hun klant gebeurt er niets.
Dat is dan ook het centrale probleem van de nota: het is beleid dat afhankelijk is van derden. Dat is niet erg, maar wel een feit. Daarom zou dat punt aanmerkelijk harder mogen worden opgespeeld.
Nee, dat was die uit Tarzan. De Daktari-chimp heette Judy.
Over de PvdD: je moet onderscheid maken tussen actievoeren en opiniëren en macht uitoefenen als partij. Als activist mag je zo hard roepen als je wil, dat is goed voor de democratie. Maar als politieke partij moet je je bewust zijn van het aantal mensen dat je daadwerkelijk vertegenwoordigt en de ruimte die je moet geven aan de mensen die je NIET vertegenwoordigt. Je moet bovendien je standpunten met degelijke argumenten onderbouwen.