imageIn de vensterbank in de keuken ligt al een paar dagen een avocado te rijpen. Het is zover, vanavond wordt-ie geslacht. Plechtig moment, het is al flink wat jaren geleden, toen avocado’s in eetbare versie hier zelden voorkwamen. Meestal bleven ze naar zeep smaken. Maar deze rook en voelde heerlijk aan. Niet te veel mee morrelen en aan toevoegen, is ons voornemen.

Wanneer we het eten gaan voorbereiden krijgen we als altijd gezelschap. Meesje in de vensterbank, Abbessijntje op de rand van de keukendeur. Ze klimt dan langs de kookboekenkast omhoog en kijkt over je schouder mee. Tot het interessant wordt. Dan springt ze op je schouder. Gasten schrikken nog wel eens, wij weten niet beter.

imageVoorzichtig snijdt C. de avocado door, peutert er de pit uit en verwijdert de schil. Ik rooster wat hazelnoten. Sijntje lanceert zich en landt met een plof op C’s schouder.
Geloof me, zegt hij. Dit lust je beslist niet.
Dat had je gedacht. Zij peuzelt met smaak een plakje avocado op. Vanaf nu is ze een avocado-addict.

Famous last words, we zullen ze maar nooit meer gebruiken in deze context.
Dit artikel afdrukken