Een vraag aan onze wijnlezers die vrijdagavond onstond aan tafel met Vincent Pugibet, wijnmaker en voorvechter van wijn met minder alcohol:
met welk argument krijg je het bredere publiek aan 'minder'?
We aten vrijdag in Utrecht - Vincent was in Nederland om zijn afnemers te bezoeken - en prompt zette de sommelier van Karel V een paar forse wijnen op tafel. Zo kwamen tijdens onze altijd weer boeiende discussies over de toekomst en problemen van het wijnvak weer opnieuw uit bij die vraag.
De positionering van zijn eigen Plume (9%) heeft nogal wat hoofdbrekens gekost. Het is een goede én een echte wijn. Omdat het alcholpercentage lager is, moet de basiswijn nl. beter zijn. Fouten in wijn (te onrijp, vegetaal, slechte balans) worden gemaskeerd door alcohol. Verlaag je het percentage dan komen die onmiskenbaar naar voren.
Zo ontstaat een marketingparadox: de wijn is beter, maar tegelijk minder. ‘Light’ is dan al snel gezegd. Terecht, want alcohol is een belangrijke bron van nutteloze calorieën waar geen voedingsvezels tegen overstaan. Daarmee verdwijnt de kwaliteit van de wijn naar de achtergrond. ‘Light’ is immers een concessie aan 'echt'. ‘Meer’ is beter. ‘Minder’ zou een concessie aan kwaliteit zijn.
Zo wàs het althans. Tot o.m. Jancis Robinson zich afgelopen zomer mengde in het debat over het alcoholniveau van moderne wijnen. Net als Frankrijk is wijn ook in Australië iedere 10 jaar 1% sterker geworden. Vijftien en zelfs zestien procent zijn al geen uitzondering meer. Wijn – ook de heel ‘grote’ – was vroeger minder dan 10%.
Ook voor Robinson is het mooi geweest. Van de wijn van vandaag kun je alleen nog maar van nippen, niet drinken. Daar wordt het niet voor gemaakt en zo wordt het niet gebruikt. Je kunt niks meer doen als je een lekker glas hebt gedronken. Het is regelrecht vermoeiend en dus onplezierig. Bovendien is het niet best, noch voor je lever, noch voor je hart en ook al niet voor je hersenen.
Niet zo gek dus dat the ‘grand lady’ van het wijnschrijven pleit voor minder alcohol en het hardop durft te zeggen. Minder alcohol is lekkerder (bij de goede makers: veel meer zuiver fruit, wat past bij de moderne smaak – én een genadeloze test voor slechte wijn) en leuker (je kunt er tenminste van drinken).
Ik beloofde Vincent hier de vraag eens te stellen voor onze wijnlezers: hoe kijken jullie aan tegen het streven om kwaliteitswijn te maken met minder alcohol? Wijn dus waarbij je niet meer denkt aan ‘light’ maar aan ‘lekkerder’.
Overigens: de liefhebbers hebben de wijn inmiddels ontdekt met als argument ‘eindelijk weer wijn die je zonder kop- en verkeerszorgen kunt drinken en nog lekker is ook’. Het is zo goed gegaan dat er in Frankrijk sinds augustus al geen fles meer op het domein te vinden valt.
Voor die liefhebbers: in Nederland staan nog een paar dozen.
Dit artikel afdrukken
met welk argument krijg je het bredere publiek aan 'minder'?
We aten vrijdag in Utrecht - Vincent was in Nederland om zijn afnemers te bezoeken - en prompt zette de sommelier van Karel V een paar forse wijnen op tafel. Zo kwamen tijdens onze altijd weer boeiende discussies over de toekomst en problemen van het wijnvak weer opnieuw uit bij die vraag.
De positionering van zijn eigen Plume (9%) heeft nogal wat hoofdbrekens gekost. Het is een goede én een echte wijn. Omdat het alcholpercentage lager is, moet de basiswijn nl. beter zijn. Fouten in wijn (te onrijp, vegetaal, slechte balans) worden gemaskeerd door alcohol. Verlaag je het percentage dan komen die onmiskenbaar naar voren.
Zo ontstaat een marketingparadox: de wijn is beter, maar tegelijk minder. ‘Light’ is dan al snel gezegd. Terecht, want alcohol is een belangrijke bron van nutteloze calorieën waar geen voedingsvezels tegen overstaan. Daarmee verdwijnt de kwaliteit van de wijn naar de achtergrond. ‘Light’ is immers een concessie aan 'echt'. ‘Meer’ is beter. ‘Minder’ zou een concessie aan kwaliteit zijn.
Zo wàs het althans. Tot o.m. Jancis Robinson zich afgelopen zomer mengde in het debat over het alcoholniveau van moderne wijnen. Net als Frankrijk is wijn ook in Australië iedere 10 jaar 1% sterker geworden. Vijftien en zelfs zestien procent zijn al geen uitzondering meer. Wijn – ook de heel ‘grote’ – was vroeger minder dan 10%.
Ook voor Robinson is het mooi geweest. Van de wijn van vandaag kun je alleen nog maar van nippen, niet drinken. Daar wordt het niet voor gemaakt en zo wordt het niet gebruikt. Je kunt niks meer doen als je een lekker glas hebt gedronken. Het is regelrecht vermoeiend en dus onplezierig. Bovendien is het niet best, noch voor je lever, noch voor je hart en ook al niet voor je hersenen.
Niet zo gek dus dat the ‘grand lady’ van het wijnschrijven pleit voor minder alcohol en het hardop durft te zeggen. Minder alcohol is lekkerder (bij de goede makers: veel meer zuiver fruit, wat past bij de moderne smaak – én een genadeloze test voor slechte wijn) en leuker (je kunt er tenminste van drinken).
Ik beloofde Vincent hier de vraag eens te stellen voor onze wijnlezers: hoe kijken jullie aan tegen het streven om kwaliteitswijn te maken met minder alcohol? Wijn dus waarbij je niet meer denkt aan ‘light’ maar aan ‘lekkerder’.
Overigens: de liefhebbers hebben de wijn inmiddels ontdekt met als argument ‘eindelijk weer wijn die je zonder kop- en verkeerszorgen kunt drinken en nog lekker is ook’. Het is zo goed gegaan dat er in Frankrijk sinds augustus al geen fles meer op het domein te vinden valt.
Voor die liefhebbers: in Nederland staan nog een paar dozen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
@Dick, oeps, ik zal het nooit meer fout doen... ;-)
In de Loire maken ze ook iets dergelijks, ik duik even in mijn mail om te kijken of ik het bericht nog kan vinden. Wordt vervolgd.
@ Frans, Dit bestaat ook in andere wijnlanden. Frankrijk, vooral in de Elzas, daar wordt het genuttigd met verse walnoten. Het is wel een gevaarlijk lekker goedje dat ben ik met je eens. het probleem hierbij, na=ou ja probleem, is dat het nog rustig even verder gist in je lijf. Dus je kunt er snel dronken van worden.
Ben vorige week een paar dagen in Oostenrijk geweest. Het is daar nu ‘Sturm’zeit: in veel café’s kun je glazen gistend druivensap krijgen dat ongeveer halverwege op weg is om wijn te worden, dus aan de ene kant nog lekker zoet met een duidelijk herkenbare druivensmaak maar ook met een alcoholpercentage van ca. 5%. Een gevaarlijk lekkere combinatie! Vooral koud. Leuk is ook dat dit een typisch streekproduct is. Doordat het sap blijft doorgisten is het maar een paar dagen houdbaar, daarna wordt het zurig. Het wordt daarom direct afgenomen van lokale wijnboeren in b.v. omgespoelde PET flessen. Bestaat zoiets ook in andere wijnlanden? Ik ken eigenlijk alleen Beaujolais Primeur, maar dat is al volledig uitgegist tot wijn.
PugibET!
Klopt dat was bij Petra, alias Meisje. En op Aldo's Dining&Wining (leneuf). In de Provence maakt zelfs een Nederlander een dergelijke wijn. Zelfs een cave cooperative in de Hérault (Languedoc) maakt er een (van 4%).
Nou je het zegt, ik las ook zoiets. Mogelijk dat dankzij zijn naamsbekendheid het hele 'probleem' een groter publiek gaat trekken. Dat zou natuurlijk best wel goed zijn. Ondertussen ga ik zsm de twee Pugibert's die Dick nog voor me had proeven, en we zullen erover schrijven. Hier, op Wijnkronieken of op nieuwe initiatieven ;-)