Een aantal jaar geleden was er een tentoonstelling in het Centraal Museum Utrecht over Vis zoals die geschilderd werd door Hollandse en Vlaamse meesters tussen 1550 en 1700. Daarbij verscheen een lijvige catalogus, zeg maar naslagwerk. Veel prachtige afbeeldingen van zout- en zoetwatervissen in vaak smakelijke poses. Wat vinden archeologen nu terug van al die visconsumptie? Onderzoek in Engeland naar isotopen in het collageen in mensenbotten uit een Middeleeuws dorpje geeft daar wat inzicht in.
Onze botten verraden namelijk ons dieet. De verhouding (ratio) van isotopen verschilt per voedselcategorie, zoals vlees, vis, en planten. Als mensen deze vormen van voedsel eten gaan de aminozuren uit deze voedingsstoffen een rol spelen bij het herstel van weefsel, of de opbouw van het bot. De aminozuren behouden hun eigen 'identiteit'. Wanneer je botten aan nauwkeurige analyse onderwerpt herken je aan de identiteit van de aminozuren wat er op tafel kwam. Onderzoek hier naar wordt uitgevoerd door onder andere Gundula Müldner en Michael P. Richards, verbonden aan de universiteit van Bradford.. Zij kijken al geruime tijd vooral naar het verschil tussen plantaardig en zeewaardig voedsel. Zeker in combinatie met andere archeobotanische vondsten, of visresten, kun je beslist iets zeggen over het menu. Uit onderzoek naar de botten van kloosterlingen in het Middeleeuwse Engeland bleek dat ze voornamelijk plantaardig voedsel tot zich namen, aangevuld met vis.

Welvarende burgers
Een uitgebreide studie naar drie middeleeuwse vindplaatsen in Noord Engeland, gespreid over drie sociale lagen, moest meer inzicht geven: de sterfgevallen van een ziekenhuisje in Richmond, broeders en welvarende burgers uit Warrington en soldaten van zowel de facties York als Lancaster die het leven lieten in de Slag bij Townton in 1461. Geheel tegen de verwachtingen in bleek het verschil vrijwel te verwaarlozen. En toch kwam er voldoende nieuwe informatie, want het eten uit de late Middeleeuwen was totaal anders dan dat in de perioden daarvoor. De toename van consumptie van zoetwater vis is waarschijnlijk de oorzaak zijn in het veranderende collageenbeeld. Vooral paling kwam bij rijk én arm op tafel. Het door de Rooms Katholieke kerk opgelegde eten van vis op vastendagen - vroeger veel meer dan alleen de wekelijkse vrijdag - zal daarbij zeker een rol hebben gespeeld. Wel geldt dat arme mensen zich vaker tot plantaardig voedsel moesten beperken, dan rijkere. Het blijkt zelfs dat tijdens de vastentijd de welgestelden vis aten, en de armen zuivel. Of paling. Aelmoes is daar een typisch voorbeeld van. Ketelkost bestaande uit de goedkoopste vis, met bermsla en wat goedkope groente.

Aelmoes
1 flinke paling, 1 liter water, zout en peper naar smaak, stukje foelie, twee eetlepels boekweitmeel, klontje boter, 250 gram verse groenten, bijvoorbeeld prei, snijbiet, postelein, kervel, zuring, peterselie, tijm en marjolein.
Wie durft neemt ook wat blaadjes van: daslook, look-zonder-look, kruiskruid, de jonge toppen van brandnetel, lavas, pimpernel, het kattekruid (nepeta) en de steentijm (calaminta nepeta), of de teucrium (gamander), muur, herderstasje, hondsdraf, klein hoefblad, witte waterkers, smeerwortel, witte dovenetel, duizendblad, sleutelbloem, beekpunge, adderwortel, rapunzel, zevenblad, komkommerkruid, tripmadam, en akkerklokje, of wat je maar aan eetbaar kruid kunt vinden.
Bereiding: gekuiste en gesneden groenten smoren in het klontje boter, in vingerlengte gesneden paling en voldoende water erbij, foelie erbij, aan de kook brengen. Afmaken op smaak met peper en zout. Wanneer de vis gaar is binden met wat boekweitmeel. Gewoon een beetje experimenteren wat je lekker vindt. In de middeleeuwen zijn de recepten niet zo duidelijk omschreven.

Dit artikel verscheen eerder in Archeologie Magazine Dit artikel afdrukken
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.

Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog