Dan beheers je de kosten van je massa en verhoog je de kwaliteit. En dat lijkt precies te zijn wat de Nederlandse varkens- en runderslachter Vion doet.
Varkens- en runderslachter Vion Food Group kondigde afgelopen dinsdag aan zich te zullen concentreren op de Benelux. Het bedrijf zei tevens zijn Duitse activiteiten 'strategisch' te zullen 'evalueren' en 'partners' te zoeken voor de slachthuizen die de Nederlandse vleesverwerker in Duitsland heeft. De lokaties hoeven niet te worden gesloten, verwacht Vion.
Het lijkt erop dat Vion kopers zoekt voor zijn slachthuizen in Duitsland. Mogelijk ziet het bedrijf een rol voor zich weggelegd als bouwer van onderscheiden ketens voor afnemers, maar het trekt zich terug uit het slachtwerk in Duitsland. Het bedrijf verwacht verdere investeringen in de Benelux te kunnen doen na desinvesteringen in Duitsland. Daarnaast werkt Vion in Leeuwarden stug door aan de ontwikkeling van zijn assortiment vleesvervangers die het zelf produceert en die het daar ook in opdracht van merkhouders kan maken.
De afgelopen vijf jaar is de varkensproductie in Duitsland aanzienlijk gedaald. In 2022 produceerden de Duitse slachthuizen ongeveer 4,5 miljoen ton varkensvlees, een daling van 9,8% ten opzichte van het voorgaande jaar. Vergeleken met 2016, toen de productie piekte, is er zelfs sprake van een afname met bijna 20%. De onderstaande grafiek is samengesteld op basis van cijfers van de Duitse Federale Statistieke Dienst (Statistisches Bundesamt), Eurostat en de Food and Agriculture Organization (FAO) van de Verenigde Naties. Na een piek van de aantallen dieren die jaarlijks worden geproduceerd in 2015 en 2016 zette een daling in.
Vechten om varkens
Die situatie leidde in Duitsland tot overaanbod van de slachtcapaciteit. Dat heeft een directe impact op de winstgevendheid omdat de marges in de vleesindustrie worden bepaald door het aantal dieren dat de slachthuizen omzetten. De winst wordt bepaald door een zo hoog mogelijk volume bij een volle slachtlijn die liefst de hele dag doordraait. Bij krimp van het aantal dieren vechten de slachthuizen om de varkens, loopt de prijs op en dalen de marges snel als gevolg van lege haken. Als zowel de vraag naar en het aanbod van Duits vlees niet herstelt, zoals in Duitsland het geval lijkt, dan volgt een sanering van de slachtcapaciteit. Hoewel de Nederlandse consumentenmarkt met soortgelijke algemene trends als de Duitse te maken heeft is de situatie in ons land anders omdat ons land niet is getroffen door de varkenspest. Ook daalt de vleesconsumptie in Nederland minder snel dan in Duitsland. In tegenstelling tot hun Duitse collega's zijn Nederlandse varkenshouders optimistisch en zien ze zelfs kansen om hun productie uit te breiden.
Vion's CEO Ronald Lotgerink zei vorig jaar nog niet volledig uit Duitsland te willen vertrekken. Nu blijkt het vleesconcern overtuigder van zijn marktinschatting en maakt het een duidelijke keuze door zijn aandeel in de Duitse slachtcapaciteit definitief op te geven. Eerder gaf Vion aan nadrukkelijk te herstructuren, maar ontkende het tot zo'n rigoureus besluit te zijn gekomen.
Het plan heeft grote gevolgen aangezien meer dan de helft van de omzet van Vion uit de Duitse markt komt. Vion probeert, schrijft Boerenbusiness, door proactieve communicatie de geruchten te tackelen en hoopt mogelijk interesse van andere partijen te wekken, wat de verkoopprijzen ten goede zou kunnen komen. Onze contentpartner kan niet geloven dat Vion zijn grote Duitse tak kwijt wil omdat het zichzelf daarmee reduceert tot een schim van wat het bedrijf ooit was. Onder leiding van de voormalige CEO Daan van Doorn had Vion ook een omvangrijke Britse tak, die het bedrijf bijna de kop kostte en in 2012 werd afgestoten. Destijds wachtte Vion te lang waardoor het zijn waardevolle ingredientstak moest afstoten om financieel te overleven. Het besluit van het huidige Vion is tijdig, duidelijk en moedig te noemen omdat de margemaker van een slachthuis volume is; de verliesmaker is zijn dure slachtinfrastructuur en - zeker nu dierenwelzijn een belangrijke rol is gaan spelen in slachthuizen - niet te flexibiliseren goed opgeleide arbeid. Volhouden met ononderscheiden en dure massa is domweg veel te risicovol, terwijl er andere en interessantere kansen zijn.
Minder maar beter via onderscheid
De keuze van Vion past in de trend naar minder maar beter vlees. De Duitse politiek geeft die trend vorm door een toeslag op vlees die wordt teruggegeven in de vorm van een verduurzamingssubsidie aan boeren. Dat bemoeilijkt het creëren van mogelijkheden om onderscheidende waarde te creëren omdat boeren er vooral naar zullen streven om aan de norm te voldoen maar daar niet bovenuit te gaan. Vion zet in op meer onderscheidend dierenwelzijn in markten waar het bedrijf om die reden gewaardeerd wordt. Het bedrijf maakt de keuze om geld te verdienen door zijn eigen toon te zetten en niet alleen duurzamer vlees te leveren en daarmee op te gaan in de massa. Sinds begin dit jaar exporteert het bedrijf varkensvlees naar Californië omdat de Amerikaanse varkenshouderij niet kan voldoen aan de hoge eisen die de progressieve staat stelt. De Nederlandse private normen voor dierenwelzijn die commercieel voor een belangrijk deel door Vion zijn ontwikkeld, sluiten naadloos aan.
Dit artikel afdrukken
Het lijkt erop dat Vion kopers zoekt voor zijn slachthuizen in Duitsland. Mogelijk ziet het bedrijf een rol voor zich weggelegd als bouwer van onderscheiden ketens voor afnemers, maar het trekt zich terug uit het slachtwerk in Duitsland. Het bedrijf verwacht verdere investeringen in de Benelux te kunnen doen na desinvesteringen in Duitsland. Daarnaast werkt Vion in Leeuwarden stug door aan de ontwikkeling van zijn assortiment vleesvervangers die het zelf produceert en die het daar ook in opdracht van merkhouders kan maken.
De afgelopen vijf jaar is de varkensproductie in Duitsland aanzienlijk gedaald. In 2022 produceerden de Duitse slachthuizen ongeveer 4,5 miljoen ton varkensvlees, een daling van 9,8% ten opzichte van het voorgaande jaar. Vergeleken met 2016, toen de productie piekte, is er zelfs sprake van een afname met bijna 20%. De onderstaande grafiek is samengesteld op basis van cijfers van de Duitse Federale Statistieke Dienst (Statistisches Bundesamt), Eurostat en de Food and Agriculture Organization (FAO) van de Verenigde Naties. Na een piek van de aantallen dieren die jaarlijks worden geproduceerd in 2015 en 2016 zette een daling in.
Varkensproductie Duitsland 2013-2023 in diertallen (x miljoen)![Varkensproductie Duitsland 2013-2023](/files/algemeen/Annual_Pig_Production_in_Germany_(2013-2023).png)
![Varkensproductie Duitsland 2013-2023](/files/algemeen/Annual_Pig_Production_in_Germany_(2013-2023).png)
Bij krimp van het aantal dieren vechten de slachthuizen om de varkens, loopt de prijs op en dalen de marges snel als gevolg van lege hakenDie ontwikkeling is het gevolg van de afnemende vraag naar varkensvlees en vleesproducten door de groeiende aandacht van consumenten op dierenwelzijn en milieu- en klimaatzorgen, de naweeën van Covid en de Afrikaanse varkenspest die Duitsland op slot zette voor export. De Duitse vraag naar varkensvlees is de afgelopen tien jaar gestaag gedaald. In 2013 consumeerde de gemiddelde Duitser ongeveer 39,6 kilogram varkensvlees per jaar. De consumptie is met een schommelbeweging jaarlijks afgenomen tot 34,6 kilogram in 2023. De vraag naar kip, een vleessoort die als gezonder en klimaatvriendelijker wordt gezien, nam in dezelfde periode juist toe met ruim 40%.
Vechten om varkens
Die situatie leidde in Duitsland tot overaanbod van de slachtcapaciteit. Dat heeft een directe impact op de winstgevendheid omdat de marges in de vleesindustrie worden bepaald door het aantal dieren dat de slachthuizen omzetten. De winst wordt bepaald door een zo hoog mogelijk volume bij een volle slachtlijn die liefst de hele dag doordraait. Bij krimp van het aantal dieren vechten de slachthuizen om de varkens, loopt de prijs op en dalen de marges snel als gevolg van lege haken. Als zowel de vraag naar en het aanbod van Duits vlees niet herstelt, zoals in Duitsland het geval lijkt, dan volgt een sanering van de slachtcapaciteit. Hoewel de Nederlandse consumentenmarkt met soortgelijke algemene trends als de Duitse te maken heeft is de situatie in ons land anders omdat ons land niet is getroffen door de varkenspest. Ook daalt de vleesconsumptie in Nederland minder snel dan in Duitsland. In tegenstelling tot hun Duitse collega's zijn Nederlandse varkenshouders optimistisch en zien ze zelfs kansen om hun productie uit te breiden.
Vion's CEO Ronald Lotgerink zei vorig jaar nog niet volledig uit Duitsland te willen vertrekken. Nu blijkt het vleesconcern overtuigder van zijn marktinschatting en maakt het een duidelijke keuze door zijn aandeel in de Duitse slachtcapaciteit definitief op te geven. Eerder gaf Vion aan nadrukkelijk te herstructuren, maar ontkende het tot zo'n rigoureus besluit te zijn gekomen.
Volhouden met ononderscheiden en dure massa is domweg veel te risicovol, terwijl er andere en interessantere kansen zijnVerstandige krimp
Het plan heeft grote gevolgen aangezien meer dan de helft van de omzet van Vion uit de Duitse markt komt. Vion probeert, schrijft Boerenbusiness, door proactieve communicatie de geruchten te tackelen en hoopt mogelijk interesse van andere partijen te wekken, wat de verkoopprijzen ten goede zou kunnen komen. Onze contentpartner kan niet geloven dat Vion zijn grote Duitse tak kwijt wil omdat het zichzelf daarmee reduceert tot een schim van wat het bedrijf ooit was. Onder leiding van de voormalige CEO Daan van Doorn had Vion ook een omvangrijke Britse tak, die het bedrijf bijna de kop kostte en in 2012 werd afgestoten. Destijds wachtte Vion te lang waardoor het zijn waardevolle ingredientstak moest afstoten om financieel te overleven. Het besluit van het huidige Vion is tijdig, duidelijk en moedig te noemen omdat de margemaker van een slachthuis volume is; de verliesmaker is zijn dure slachtinfrastructuur en - zeker nu dierenwelzijn een belangrijke rol is gaan spelen in slachthuizen - niet te flexibiliseren goed opgeleide arbeid. Volhouden met ononderscheiden en dure massa is domweg veel te risicovol, terwijl er andere en interessantere kansen zijn.
Minder maar beter via onderscheid
De keuze van Vion past in de trend naar minder maar beter vlees. De Duitse politiek geeft die trend vorm door een toeslag op vlees die wordt teruggegeven in de vorm van een verduurzamingssubsidie aan boeren. Dat bemoeilijkt het creëren van mogelijkheden om onderscheidende waarde te creëren omdat boeren er vooral naar zullen streven om aan de norm te voldoen maar daar niet bovenuit te gaan. Vion zet in op meer onderscheidend dierenwelzijn in markten waar het bedrijf om die reden gewaardeerd wordt. Het bedrijf maakt de keuze om geld te verdienen door zijn eigen toon te zetten en niet alleen duurzamer vlees te leveren en daarmee op te gaan in de massa. Sinds begin dit jaar exporteert het bedrijf varkensvlees naar Californië omdat de Amerikaanse varkenshouderij niet kan voldoen aan de hoge eisen die de progressieve staat stelt. De Nederlandse private normen voor dierenwelzijn die commercieel voor een belangrijk deel door Vion zijn ontwikkeld, sluiten naadloos aan.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Henric #40 , afspraken in contracten met hoeveelheid zijn in de akkerbouw schering en inslag. Niet in exacte kg, maar wel in aantal hectares, ongeacht de variaties in hoeveelheid kg die een hectare opbrengt. In een contract worden de te telen hectares vastgelegd. Dus wel afspraken hoeveel je mag telen. Bij een veiling en veemarkten systeem bepaalde de boer als producent hoeveel hij/zij gaat telen. Nu met contracten is het andersom en bepalen de afnemers hoeveel een boer mag telen.
Henric, dank voor je precisering dat de trend naar BVO (buiten de veiling om) begint bij de schaalvergroting aan de kant van de kopers. Daar hangt wel meer mee samen zoals het verdwijnen van generieke marketing (Joris Driepinter) door merken van food processors en retailers.
Henric en Piet kijken verschillend naar een contract: Henric gaat uit van een zekere gelijkwaardigheid: je tekent of niet. En wellicht is er keuze tussen verschillende contracten. Piet ziet de verhouding tussen de contractpartijen als meer ongelijk. Je wilt graag tomaten telen of vleeskalveren houden en dan heb je het contract (of het daarop gelijkende van een andere contractgever) maar te slikken. Die laatste visie leidt tot een zorgplicht, zoals nu in CSRD-scope3 of eerder bij ketenaansprakelijkheidswetgeving rond koppelbazen: de machtigste partij mag niet zulke strenge voorwaarden opleggen dat hij de andere partij tot maatschappelijk ongewenst gedrag aanzet. Vanuit de overheid relatief simpel: je hoeft niet zelf wetgeving te controleren maar doet de controle op het punt waar de keten op zijn smalst is. Deden we vroeger bij belastingheffing via accijnzen ook.
Piet #39, in een contract worden afspraken vastgelegd. Je kunt afspreken wat je wilt, maar ik zou niet weten waarom je een afspraak zou maken over hoeveel je mag telen.
Dus Henric #38 , het contract bepaald hoeveel je mag telen.
Piet #37, dat staat allemaal in het contract.