Blijkbaar kunnen veel mensen alleen maar voor of tegen zijn als regeneratief boeren in het nieuws komt. Het tekent de polarisatie over de toekomst van de landbouw in Nederland.

Graag zeg ik er wat meer over. Het is mooi dat mensen ontdekken dat voedselproduceren en buiten werken een zinvol beroep is en er maatschappelijk toe doet. Alleen daarom al een positieve ontwikkeling. Mooi ook dat mensen die hun leven opnieuw willen vormgeven geholpen worden, financieel, met grond, arbeid, hulp, ervaring. Daar spreekt ook waardering uit van anderen voor dergelijke initiatieven. Daar wil ik niet negatief over doen. En al net mooi is dat deze mensen ook eerlijk vertellen dat het allemaal nog niet zo meevalt. Praktisch en financieel komt er toch heel wat bij kijken om succesvol boer te zijn. De traditionele boeren blijken toch de echte hoogopgeleide professionals.

Maar het schuurt. Dergelijke initiatieven worden tegenover de huidige landbouw geplaatst, als goed tegenover fout, als toekomst tegenover verleden. Dat gebeurt vaak door mensen en organisaties met een agenda, maar helaas ook door enkele nieuwe boeren. Om allerlei redenen zou je willen dat dit nieuwe boeren een nieuwe plek krijgt en naast het bestaande kan bestaan en dat die vormen elkaar gaan versterken. Waarom toch steeds die rare gedachte dat een niche straks mainstream? Elke niche heeft een mainstream nodig om zich te onderscheiden. Het één is niet beter dan het ander. En laten we eerlijk zijn: elke vorm van landbouw heeft z'n uitdagingen en onduurzaamheden. Dat eerlijke verhaal blijft nodig, ook al wordt dat niet door iedereen gewaardeerd. Het kan altijd beter, en waar ik een bijdrage kan leveren om dat te doen, zal ik dat doen.

Dat betekent dat ik ook altijd kritisch ben. Op iedereen die denkt en zegt dat iets 'duurzaam' of 'goed' is. Ik gun iedereen z'n succesverhalen zolang je zwaktes en uitdagingen maar niet verdonkeremaant, want dat is niet handig voor de toekomst.

De realiteit is ook steeds opnieuw dat burgers van alles willen, maar als consument heel andere keuzes maken. Boeren, ook deze 'nieuwe' boeren, lijken daar het slachtoffer van te worden. Heel 'Nederland' lijkt regeneratief voedsel te willen. Maar de praktijk is anders en dat is zuur.

Traditionele boeren voelen dat ook, maar dan op een andere manier: de eisen vanuit de samenleving zijn enorm. De praktijk is echter dat we onder de streep goed en goedkoop voedsel willen, op elk moment. Dat voelt heel dubbel voor boeren die daar elke dag voor zorgen en die we nou juist ook beter voor hun bodem willen laten zorgen. Tot slot: ‘regeneratief' is voor mij een jeukwoord geworden. Het doet het goed bij subsidie-aanvragen en geeft een lekker gevoel, maar met gezonde landbouwkundige kennis komen we een stuk verder dan met romantische films. Dat is niet zo’n sexy boodschap, maar mag degelijke agronomie op basis van basale kennis in komkommertijd ook wat media-aandacht?

Deze opinie verscheen als een X-draad en werd aangepast voor Foodlog als opinietekst.

Regeneratief is een economisch probleem

Dat zeiden Jim Sumberg, Ken Giller en een aantal kritische Wageningers toen het begrip regeneratieve landbouw in zwang kwam. Geen enkele boer wil zijn bodem graag uitputten. Toch doet hij dat soms meer dan hij eigenlijk zou willen. De boer wil namelijk voldoende oogst van zijn land kunnen halen om zijn rente, aflossing, kosten en zijn inkomen te kunnen financieren. Sumberg, Giller en hun WUR-collega's noemden het concept regeneratieve landbouw 'intellectueel oneerlijk'.

De NOS maakte een reportage alsof regeneratieve landbouw uit het Ot en Sien handboek komt, terwijl nou juist ook grote multinationals als Nestlé, Mars en PepsiCo in het concept investeren. Supermarkt Jumbo doet mee aan een wortelcollectief met Unilever en de Vlaamse groenteverwerker Ardo en de inkoopcoöperatie Agrifirm, stuk voor stuk grote bedrijven.

Is regeneratief boeren een vorm van greenwashing met als neoboer herboren kantoor-drop outs voor de hippe en nu volwassen wordende Gen Z of is het echt een concept dat de steden van de wereld kan voeden? Mark Marshanden, eveneens van de WUR, zegt in de NOS reportage dat regeneratieve landbouw dat moet kunnen. In dat geval gaat het bijvoorbeeld over de manier waarop aardappelverwerker McCain aan regeneratieve landbouw doet. Dat betekent doodgewoon meer zorg en nieuwe aandacht voor de bodem die uiteindelijk in de prijs van voedsel verdisconteert zal worden. Dat wil iedere gangbare boer. Daarom kan het nu al. Omdat ook de grote industrie zich inmiddels realiseert dat de bodem niet mag worden uitgeput, gebeurt het nu al en doet het precies wat het moet doen: de meerkosten komen bij de inkoopprijs voor de verwerker. Het is alleen heel anders dan de Ot & Sien landbouw die de NOS met de twee varkens Anita en Eline presenteerde of de arbeidsintensieve verbinding tussen voedsel en mensen die rond minuut 4:30 in de reportage ter sprake kwam.

In Nederland is een van de laatste Groeifondsprojecten toegekend aan regeneratieve landbouw ter waarde van €129 miljoen, meldt de WUR. De toekomst zal leren of het meer Community Supported Agriculture gaat opleveren, zoals de NOS suggereert, of betaalbaar maar beter en verantwoordelijker geproduceerd voedsel voor de stad.
Dit artikel afdrukken